Waarom start mijn boot niet?
De boot start niet als de motor van de boot weinig of geen vermogen heeft om te starten. De startmotor of accu kan kapot zijn, maar er kunnen andere dingen zorgen voor een slechte start, zoals een gecorrodeerde hoofdzekering, een massaslot of elektrische aansluitingen die niet schoon zijn of slecht verbonden bedrading. Doe daarom eerst de volgende dingen, voordat je op zoek gaat naar nieuwe onderdelen.
Stappenplan accu controleren
- Zorg voor veiligheid voordat je aan de slag gaat. De motor mag via de startmotor draaien, maar niet aanslaan. Zet daarom de brandstoftoevoer uit. Dit doe je via de stopmagneet of door de gashendel in de stop-stand te zetten.
- Zet de multimeter op DC gelijkspanning, plaats de rode sonde op de positieve accupool en dan de zwarte sonde op de negatieve accupool. Geeft de meter minder dan 12 volt aan, laad de accu dan eerst op of vervang hem. Bij 12.4 volt is een accu vol (Bij een 24. installatie is de accu vol bij 24 volt). Een paar millivolt ernaast is ook nog goed om verder te gaan.
- Zet de multimeter nogmaals op DC gelijkspanning. Plaats de rode draad van de multimeter op de positieve pool van de accu en vervolgens de zwarte op de negatieve pool. En volg dan stap 3 op.
- Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor. Hou dit ca 4 à 5 seconden vol. Lees tijdens het starten de accuspanning af van de multimeter. Als de afgelezen waarde van de multimeter tijdens het starten hoger is dan 9,5 volt is de accu goed. Een lezing van minder dan 9,5 volt duidt op een te hoog spanningsverlies. Een slechte chemie-overdracht in de accu zelf door ouderdom is mogelijk de oorzaak. Hoog tijd om deze te vervangen! Is de accu goed? Lees het vervolg.
Stappenplan startmotor controleren
Ook al start de boot weer dankzij de verholpen accuproblemen, de volgende test kan ook veel problemen in de toekomst voorkomen. Een veelvoorkomend probleem is corrosie. Onderzoek of je aanslag kunt vinden tussen de verbindingen vanaf de accu tot aan de starter zelf. Onderzoek ook of er tussen de starter en het motorblok een goede verbinding is. Dit betekent demonteren en inspecteren.
- Zet de multimeter op DC gelijkspanning. Plaats de rode sonde op de positieve accupool en vervolgens op de relais-aansluiting van de starter waarvan de koperen kabel de startmotor ingaat. Dit is de laatste aansluiting voordat de + plus in de startmotor zelf verdwijnt. Hieronder genoemd ”M terminal”.
- Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor zonder dat deze aanslaat. Lees nu de spanning weer af, aangegeven op de multimeter tijdens het starten.
- Zonder spanningsverlies tussen de kabel en startrelais meet je nu 0 Volt, perfect! Maar vaak meet je 0,1 volt en voor systemen op leeftijd is 0,1 tot 0,2 volt geen uitzondering. Dit betekent dat er vanaf de accu een spanning naar de starter gaat van bijvoorbeeld 12.1 Volt, maar er aan het einde -door weerstand of slecht contact- nog maar 12.0 volt uitkomt. Een multimeter meet het spanningsverschil. Dus zal de multimeter een ‘’verschil’’ meten van 0.1 Volt, elk getal boven de 0 Volt duidt op weerstand. Dit proces kunt je aan de plus-zijde voor elk individueel contact en elke aansluiting herhalen, maar ook voor de negatieve zijde. Want elke positief elektrisch geladen atoom die erin gaat moet er ook weer uit via de negatieve zijde.
- Tel de waarden bij elkaar op van wat er gemeten is in de vorige stappen, deze mag niet boven de 0 tot 0.3 Volt maximaal uitkomen in totaal. Hoe lager hoe beter.
Bijvoorbeeld:
Wanneer een normale 4-cilinder scheepsmotor wordt gestart gaat er kortstondig vanuit stilstand een stroom lopen die oploopt tot wel 1000 Ampère. Daarna zakt dit totdat de motor op toeren is tot ongeveer 200 a 300 Ampère. Stel dat er 0.3 volt verlies is, dan mist de startmotor 300 Watt. Bij een gangbare nominale startmotor van 1200 Watt betekent dit dat er al snel 25% verloren gaat aan startcapaciteit. Een klein verlies heeft grote gevolgen. - Los de weerstandsverliezen op en kijk of het vermogen van de starter terug is.
- Weigert de starter nog steeds vol vermogen te geven dan heeft deze mogelijk interne gebreken. Neem contact op met een van onze specialisten voor meer informatie over de oplossing.
Stroom en spanning. Hoe zat het ook alweer?
- R = U / I ofwel Weerstand = Spanning / Stroom ofwel Ohm = Volt / Ampère (Wet van Ohm)
- P = I * U ofwel Vermogen = Stroom * Spanning ofwel Watt = Ampère * Volt
- Watt = Ampère2 * Ohm
- Watt = Volt / Ohm
- Ampère = Watt / Volt
- Volt = Watt / Ampère
Een voorbeeld met water dat door een buis stroomt maakt het verschil tussen stroom en spanning inzichtelijker:
- Spanning in Volt: druk van het water in een buis.
- Stroomsterkte in Ampère: hoeveelheid water per seconde die door een buis stroomt.
- Weerstand in Ohm: dikte van de waterbuis.
- Vermogen in Watt: kracht van het water tegen bijvoorbeeld een schoepenrad.
Startmotor vervangen
Zelf een startmotor vervangen? Volg deze 3 stappen.