Geplaatst op Geef een reactie

Loopt jouw expansievat of koelsysteem leeg?

Loopt jouw expansievat of koelsysteem (langzaam) leeg? Het kan een lekkage naar binnen of naar buiten zijn.

Sluit eerst uit dat er geen lekkage naar buiten de motor loopt. Bij een warme motor kan een lekkage van koelvloeistof snel verdampen en niet goed zichtbaar zijn. Zoek naar sporen van opgedroogde koelvloeistof. Meestal heeft dit de kleur van de vloeistof: geel, groen of rood, afhankelijk van het merk en type vloeistof. Het aandraaien van een slangklem of vervangen van een koelslang zou dan al snel de oplossing zijn.

Je kunt de lekkage soms zichtbaar maken door het systeem op druk te zetten met een druktester. Kijk ook of de radiateurdop (ofwel expansiedop) nog voldoende afdicht en het rubber niet is verouderd.

Ziet u geen sporen van lekkende koelvloeistof?

Loopt de vloeistof niet naar buiten, dan kan het via de warmtewisselaar die met het buitenwater in contact staat ook mee naar buiten gevoerd worden. Dat betekent dat er andersom ook buitenwater het koelsysteem binnen kan komen.

Je – kunt bij wijze van test – de uitgaande koelslang bij de uitlaat injectiebocht van het buitenwater eens afknijpen. Met een draaiende motor zou de impellerpomp dan druk op moeten bouwen -geen zorgen, deze kan niet kapot gaan – en het koelsysteem moeten gaan vullen bij een lek tussen het buitenwatersysteem en warmtewisselaar van de motor. Het niveau van de vloeistof in het expansievat zou stijgen. Tijd om de rubbermoffen te vervangen. Deze houden het ‘’buitenwater-systeem’’ en het ‘’koelvloeistof-systeem’’ gescheiden van elkaar.

Is dit alles niet het geval en zit er geen koelvloeistof in de motorolie dan kan de koelvloeistof ook nog door de motor in de verbrandingskamer opgenomen worden. Een lekke koppakking of scheuren in de cilinderkop kunnen dan de oorzaak zijn. Ook menig monteur kan dit probleem niet met zekerheid van buitenaf vaststellen. Zeker bij een klein lekje is dit erg vervelend en lastig te beoordelen.

U kunt een paar dingen proberen:

Koop een eenvoudige druktester (ook handig bij de eerste stap en tweede). Deze koopt u voor een gering bedrag, let wel op dat je een set koopt met de juiste dop erbij. AB marine service levert de tester desgewenst ook. Een ander betrouwbaar test middel is een stikstoftester. Deze test of stikstof van de ontbranding in de koelvloeistof komt. Google hiervoor op bijvoorbeeld Cilinderkop lekkage tester set.

Heeft u met stap één en twee geen oorzaak kunnen vinden, demonteer dan de cilinderkop voor verdere controle.

Onderdelen voor het koelsysteem

Geplaatst op 1 reactie

Wat is het verschil tussen 12v en 14v?

Bij boten zijn er 6 volt  systemen (oud, maar komt nog voor), 12 volt en 24 volt. De 12 Volt is het meest gangbaar in de pleziervaart en 24 volt kom je tegen bij de grotere schepen en binnenvaartschepen.

Dit voltage wordt bekrachtigd door de accu, die je weer oplaadt via een dynamo op de verbrandingsmotor. Deze spanning is hoger om ‘’het vat’’ snel te kunnen vullen zonder spanningsverschil geen ”stroming”.  Zo ontstaat verwarring tussen systeemspanning en laadspanning.

Ook bestaan er verschillende accu’s: start, tractie en semitractie, met soms allemaal een eigen laadwaarde. Echte vol tractie batterijen hebben een hogere laadspanning nodig vraag dit altijd na tijdens de aanschaf.

Op de site van AB marine service houden we zoveel mogelijk de ‘systeemspanning’ aan. Je hebt een 12 volt accu, die moet je laden met een 12 volt dynamo. Bij de dynamo vermelden we dus 12v. Noemen we de laadspanning van de dynamo (14 volt ofwel 13.8 volt), dan wordt het verwarrend. De dynamo’s worden standaard geleverd met ingestelde waarde voor het opladen van start- en semitractie accu’s.

  • 6 Volt calcium accu        = laadspanning 6,9 volt  (bijvoorbeeld oldtimer)
  • 12 Volt calcium accu      = laadspanning 13,8 – 14,4 volt (alle startaccu’s en de gewone semitractie accu’s).
  • AGM semitractie accu   = laadspanning 14,6 – 14,8 volt
  • GEL accu                          = laadspanning 14,2 – 14,8 volt

Je kunt de status van je accu ook meten door het voltage te meten, hieronder de bijbehorende voltages. Doe dit meestal pas een dag na het opladen.

Gebruiksaanw. / Handleiding - Accu Service Holland

Geplaatst op 4 reacties

Hoe moet ik een binnenboordmotor inbouwen?

Ga je zelf een binnenboordmotor inbouwen of verbouwen? Bereid je dan goed voor, begin bij de basis en ga meten. Dan vervangt je met minimale aanpassingen een motor. Van recente motoren weet je vaak de inbouwmaten of zijn ze eenvoudig te vinden. Let met name op:

Bedenk sowieso vast wat je nodig hebt.

Ben je nog op zoek naar een gebruikte motor? Check dan snel ons aanbod van gebruikte scheepsmotoren.

Schroefashoogte

Kijk eerst of de motor past in combinatie met de schroefashoogte. Zit de uitgang van de keerkoppeling op dezelfde hoogte van de krukas? Komt de uitgang van de keerkoppeling lager dan de bestaande schroefas, dan komt de motor omhoog.

Motorsteunen

Op sommige binnenboordmotoren is het aanpassen van de bestaande motorsteunpunten geen probleem of is de fundatie van het stalen schip aan te passen. In een polyester schip wordt dit al lastiger. Kijk daarom vooraf of dit mogelijk is. Zeker bij een saildrive ben je vaak gebonden aan bestaande prefab doorvoeren.

Maximale kanteling

Kijk ook of de binnenboordmotor de maximale kanteling aan kan tijdens het varen. De maximale kanteling lees je vaak in de handleiding. Een homokinetische aandrijving lost het probleem anders op.

Keerkoppeling

De Velvet, PRM keerkoppeling, Hurth, ZF en Twindisc keerkoppelingen zijn veel voorkomende omkeerkoppelingen. De ratio wordt vaak aangegeven in motortoerental, gedeeld door het uitgang toerental, in de verhouding twee staat tot één (2:1). Ratio = Twee motortoeren / eenmaal schroefas toerental (ofwel simpelweg de helft).

Vaak wordt de draairichting aangeven van de uitgang L of R in de verhouding 2:1. L is dus een twee op één linksomdraaiende keerkoppeling voor een linkse schroef.

Ook kun je, bijvoorbeeld bij Volvo Penta, keerkoppelingen tegenkomen met een A van angle.  Deze keerkoppelingen komen met een as van 7 graden naar buiten. Dan hoeft de motor minder te kantelen.

Schroef

Let op de draairichting van de schroef. Er zijn linkse en rechtse keerkoppelingen. De draairichting van de keerkoppeling word aangegeven wanneer het schip vooruit vaart en je naar de boeg kijkt.

Pas op met een ‘’Z-drive’’. De motor staat dan omgekeerd, kijk daarom goed naar de specificaties.

AB marine service kan de vermogens behoefte berekening uitvoeren van jouw schip.

Vermogen

Blijf je met het vermogen in dezelfde richting, dan kun je vaak weer gebruikmaken van dezelfde aan en afvoer aansluitingen, zoals de uitlaatgas-afvoer, koudwateraanvoer of circulatiebuizen.

Ga je groter of kleiner in vermogen, kijk dan welke diameter aansluiting op de motor zitten. Dit is al een goede indicator van de benodigde grote.

Is het uitlaatspruitstuk 45.00 mm, dan kun je deze diameter aanhouden. Ga niet kleiner, dan remt de motor met alle gevolgen van dien. Andersom is vaak geen probleem.

Schroefas en lager

Denk meteen ook na over het aansluiten van de schroef op de keerkoppeling. Er zijn merken die onderling uitwisselbaar zijn, maar dit is niet altijd zo. Je hebt dan een adapterflens nodig. Deze zijn los op aanvraag te verkrijgen of worden meteen kant en klaar geleverd bij een homokinetische aandrijving.

Wil je trilling en tijd besparen met het aansluiten? Kijk naar het voordeel van een stuwdruklager met homokinetische aandrijving.

Wat heb je nodig?

Geplaatst op 5 reacties

Hoe test en vervang ik gloeistiften van mijn dieselmotor (schip of boot)?

Wat zijn gloeibougies?

Een dieselmotor (scheepsmotor) heeft elektrische gloeistiften die de motor van het schip of de boot bij een koude start op gang helpen. Een dieselmotor maakt gebruik van zelfontbranding door zuurstof en brandstof samen te persen. Net voordat de druk het hoogst is en de zuiger bovenin, wordt de brandstof door een verstuiver ingespoten en begint het ontbrandingsproces. Omdat de motor na stilstand nog erg koud is heeft deze even hulp nodig. Dan helpt de gloeistift (gloeibougie). Een gloeistift bevindt zich in de ontbrandingskamer van de motor en is gemaakt van hoogwaardig materiaal.

Een gloeistift (gloeibougie) testen

Je test de gloeibougie door met een multi- of weerstandmeter de weerstand te meten. Koppel de draden los voordat je gaat meten. De exacte waarde is voor elke bougie anders, maar je maakt al snel een onderscheid tussen kapot of werkend. Loopt er een stroom en geeft de weerstandmeter een waarde aan, dan is de kans groot dat de stift nog werkt. Meet oneindig, dan is er een verbreking en kunt je constateren dat de stift defect is.

Twee types gloeibougies

Gloeistiften zijn in twee types te onderscheiden:

  1. Parallel gloeistiften

    Parallel gloeistiften staan via de ingang verbonden aan de massa (motorblok). De stroom loopt via de schroefdraad terug naar de accu. Ze hebben één ingang en zijn aan elkaar verbonden. Dit zijn veelal de snelgloeisystemen die op de directe accuspanning werken.

  2. Serie gloeistiften

    Serie gloestiften werken als een gloeilamp. Je ziet ze vaak in oude systemen of gloeispiralen. Ze hebben een in- en uitgaande draad of verbinding naar de volgende. De eerste stift is de ingang en de laatste stift wordt doorverbonden aan de massa. Ze werken op verlaagde spanning met voorgloeiweerstanden en een gloeioog.

Zelf gloeibougies vervangen (bij een scheepsmotor)

Is de gloeistift defect, demonteer hem dan. Let op, ze kunnen erg vast zitten, zeker bij dunne gloeistiften is het oppassen. Spuit ze ruim voor demontage in met kruipolie, wanneer je veel corrosie om de stiften ziet. Dikkere stiften hebben hier minder last van omdat de diameter- en stiftverhouding anders ligt.
Werk schoon rond de opening van de motor. Let op de maximale losdraaimomenten (NM = Newtonmeter = de eenheid voor moment) en de schroefdraadmaat (M).

Tip! gebruik ook voor het losdraaien een momentsleutel.

Maximale losdraaimomenten

  • M8 – 20 Nm
  • M9 – 22 Nm
  • M10 – 35 Nm
  • M12 – 45 Nm

Monteren nieuwe gloeibougies

Gebruik bij het monteren van nieuwe gloeibougies het liefst het door de motorfabrikant voorgeschreven aanhaalmoment. Een beetje kopervet op het snijvlak en de schroefdraad is gewenst. Het vastdraaien gebeurt eveneens op een aanhaalmoment. Ze hoeven alleen af te dichten. Hier een indicatie van het aanhaalmoment:

  • M8 – 10 Nm
  • M9 – 12 Nm
  • M10 – 15 Nm
  • M12 – 22 Nm

Aanhaalmoment bij elektrische aansluiting

  • M4 – 2 Nm
  • M5 – 3 Nm

Demonteren van vastzittende gloeibougies

Heb je het maximale demontagemoment bereikt? Ga niet verder met losdraaien en forceer het niet. De gloeibougie
kan dan namelijk breken. En dit beteken demontage van de cilinderkop. Probeer de gloeibougies los te krijgen met de volgende drie stappen

  1. Loshalen: Spuit in met kruipolie of synthetische olie. Herhaal dit een aantal keer gedurende de dag en laat het een nacht intrekken.
  2. Stift opwarmen: Door uitzetting en krimp van materialen komt er mogelijk meer beweging. Laat de motor warmlopen of gebruik een stroomkabel om de zelfgloeibougies op te laten warmen en doe dit iets langer dan gebruikelijk gloeit. Herhaal dit. Let op, dit is alleen mogelijk voor gloeibougies met 11 – 12 V bedrijfsspanning.
  3. Losdraaien: Probeer nogmaals om de gloeibougie los te draaien. Maak de gloeibougie in de cilinderkop voorzichtig los met geschikt gereedschap. Een lange dop en verlengstuk werkt vaak beter dan een sleutel. Je kunt de kracht dan beter verdelen zonder deze zijdelings te belasten. Gebruik een wringijzer om met twee handen te werken. Herhaal de drie stappen bij geen succes.
Geplaatst op 2 reacties

Hoe vervang ik het brandstoffilter van mijn dieselmotor?

Zo vervang je het brandstoffilter van een dieselmotor:

  1. Tap bij vervuiling, in het geval van een tapkraan, de onderste laag diesel uit je tank of pomp een paar liter diesel op van de bodem van de tank. Gebruik een pompje met een slang (in de vuldop) die tot op de bodem komt.
  2. Zit de (opgepompte) diesel vol drab (dieselbacterie) of water? Pomp of tap het onderste gedeelte volledig uit je tank. Herhaal dit tot je geen water of drab meer tegenkomt.
  3. Is de diesel helder? En niet donker of troebel? Dan is de klus geklaard. Je hoeft het brandstoffilter niet te vervangen. TIP: Voeg een anti-bacteriemiddel toe aan de diesel om de laatste bacteriën te doden en voorkom dat ze zich opnieuw gaan vermenigvuldigen. De De-Bug Magnetische filter voorkomt dieselbacterie
    Ziet de diesel er nóg afwijkend uit, dan leeg je de hele dieseltank door te pompen of af te tappen. Reinig de tank vervolgens.
  4. Kom je water of drab tegen? Doe dan het brandstoffilter vervangen. Tip: Heb je vaak water in je diesel? Controleer de ontluchting van je tank. Soms zit de ontluchtingsopening zo in de romp dat er regenwater in loopt of dat flinke golven er water in drukken. Hang dan een tankdroger in je tank. Een eenvoudige en doeltreffende oplossing tegen condensvorming.
  5. Vervang ieder najaar het groffilter en het fijnfilter van je systeem. Plaats je een tankdroger? Vervang deze ook jaarlijks.
  6. De brandstofleidingen zitten vaak met een soort klemmen op het filter geklikt, deze kun je eenvoudig loshalen. Let op! In de brandstofleidingen zit nog brandstof. Let er op dat je dit niet in je gezicht of ogen krijgt. Gebruik een opvangbak om de (eventueel aanwezige rest)brandstof op te vangen. Vervolgens zet je het nieuwe filter er op dezelfde manier weer in. Zo kan je een brandstoffilter vervangen.

Wanneer moet ik het brandstoffilter van mijn dieselmotor vervangen?

Een brandstoffilter vervangen? Op het moment dat er water, dieselbacterie (drab) of vuil (onder)in of aan de brandstoftank zit, is het tijd om het brandstoffilter van de motor van de boot te vervangen.

Controleer de filters van het brandstofsysteem daarom regelmatig. Bijvoorbeeld jaarlijks bij het winterklaar maken van de boot. Zie je in het inspectiegaatje van het filter water of vuil, door bijvoorbeeld vervuilde brandstof? De kans is groot dat er meer water, dieselbacterie (drab) of vuil onderaan in de brandstoftank zit. Vervang in dat geval het brandstoffilter diesel.

Lees ook over een verstopt brandstoffilter: Slijmslierten en verstopte brandstoffilters

Geplaatst op Geef een reactie

Zelf een startmotor vervangen? In 3 stappen.

Hoe moet ik een startmotor vervangen?

Een startmotor die te langzaam, niet krachtig genoeg is of helemaal niks meer doet? Tijd om hem te vervangen. U kunt deze klus prima zelf doen. Allereerst is veiligheid belangrijk. Zorg dat het massaslot dan wel de kabel van de accu losgekoppeld is. De startmotor bevindt zich meestal ter hoogte van de krukas aan de kant van het vliegwielhuis.

In 3 stappen zelf een startmotor vervangen

Volg deze 3 stappen om zelf een startmotor te vervangen: ontkoppelen, demonteren en vinden.
Verder lezen Zelf een startmotor vervangen? In 3 stappen.

Geplaatst op 2 reacties

Slijmslierten & verstopte brandstoffilters.

Slijmslierten & verstopte brandstoffilters. 

Dieselbacteriën; voor wie het onbekend is kunnen we meedelen dat voorkomen beter dan genezen is. Wie het als eens mee gemaakt heeft zal het dan ook niet zo snel weer vergeten. In een mum van tijd verstopte brandstoffilters of zelfs complete leidingen en pompen die er mee stoppen door lange zwarte vlokken en bruine slierten. Daar gaat je vaartocht.

Dieselbacteriën zijn te vergelijken met algen in een aquarium. Ze vormen zich vooral op de onderste laag van water en diesel in de tank.  Water is zwaarder dan de meeste brandstoffen en zal zich onder in je tank gaan verzamelen. Doordat het aanzuig- of aftappunt van de brandstofpomp vaak hoger zit kan het water lang in de tank blijven hangen.

Bacteriën in de diesel?

Diesel is zoals vele brandstoffen een natuurproduct en bevat microben. Met de juiste conservering en behandeling zul je weinig tot geen last krijgen van de bacterie groei. Maar geef je ze de juiste voedingsbodem zoals water dan vermenigvuldigen deze zich in een razend tempo. De bacteriën zijn altijd aanwezig in de brandstof maar ook in de buiten lucht en komen bijvoorbeeld via de ontluchting de tank binnen. Condens en zuurstof van buitenaf met een niet goed functionerende waterafscheider maakt de brandstoftank tot de perfecte broedplaats. Vooral in de watersport is de omloop snelheid van de brandstoftank niet altijd even groot.

Condens als voedingsbodemaanbieding-delphi-296-dieselfilter-waterafscheider

Een brandstoftank zit veelal binnen gemonteerd. In de avond koelt de tank dus en overdag warmt de tank weer op. Zuurstof die zich verplaats door het opwarmen en afkoelen bevat altijd vocht. Warme lucht die afkoelt vormt waterdruppels (regen) en dit condenseert tegen de wanden van de tank. Dit water druppelt naar beneden en zakt naar de bodem van de tank, onder de diesel. Diesel heeft immers een lager soortelijk gewicht dan water. Een praktische tip is om de ruimte boven de brandstof zo beperkt mogelijk te houden. Vul de tank altijd helemaal af voordat je de boot lange tijd niet meer gebruikt (voor de winterstop met winterdiesel). Immers: hoe minder plek er bovenaan de tank is waar zuurstof en condens zich op de wanden van de tank af kan zetten, hoe beter. Warm en vochtig zijn voor dieselbacteriën ook  de perfecte omstandigheden om snel te groeien, maar ook tijdens de winter kunnen dieselbacteriën hun gang gaan. Een schone en droge tankontluchting op de juiste plaats is dus gewenst.

Regen en golfslag

Ook een verkeerde plaatsing van bijvoorbeeld de tankvulling of ontluchting kan snel voor waterophoping in de tank zorgen.  Regenwater dat naar binnen kan sijpelen door een buitenontluchter, of spetters van golven water die op het dek slaan kunnen die in je tank komen moet rekening mee gehouden worden. Houd ook rekening met een juiste afsluiting van de dieselvuldop aan de buitenzijde en controleer periodiek de afdichtingen in de dop.

Is dit nieuw?

Diesel mag tegenwoordig van de overheid minder zwavel bevatten dan vroeger. Zwavel die je verbrand is flink belastend voor het milieu maar zwavel hield de dieselbacterie groei in het verleden tegen. Bovendien wordt er tegenwoordig een paar procent biodiesel toegevoegd aan de diesel. Biodiesel wordt gewonnen uit plantaardige producten en is dus interessant aangezien de oliereserves op de wereld aan het slinken zijn. Maar biodiesel heeft de eigenschap om snel water aan te trekken en bevat een hoger percentage microben.

Wat kun je doen?dahlflowdiagram

Controleer indien mogelijk visueel of je watervorming in de tank kunt zien, vaak zie je een grote ”bel” water op de bodem liggen. Heb je dit nog nooit gecontroleerd of afgetapt? Dan is dat een goed begin. Stuit je vaker op dit probleem? Kijk dan wat de oorzaak kan zijn zoals hierboven beschreven staat; bijvoorbeeld niet goed functionerende of op ontluchting etc.  De brandstof aanvoerpomp die de brandstof naar de motor aanvoert, pompt ook vaak de diesel in de tank meerdere keren rond door middel van de retourleiding. Zo word ook je tank veelal schoon gehouden en gefilterd, een juiste filterinstallatie met een waterafscheider kan water uit je tank opvangen. Doordat water zwaarder is dan diesel word dit opgevangen onder in het glaasje. Door het glas kun je ook zien of je diesel mooi schoon of misschien troebel is wat duid op vervuiling. Heb je veel last van vervuiling en kun je de tank maar moeilijk aftappen? Dan kun je ook kiezen voor een externe pompinstallatie die continu de diesel door een filterset circuleert en het water afscheid.

Brandstoffilter

Waterafscheider

Brandstofpomp

Slang en leiding

Reacties of ervaringen zijn welkom!

Geplaatst op 1 reactie

Een flexibele motoropstelling, homokineet?

Hoe wordt mijn boot stiller en vaar ik meer ontspannen?

Ook wel eens een heerlijk vaartochtje gemaakt, maar na een poosje toch de gashendel maar weer een stukje terug door het lawaai? Voor de ontspanning wil je elkaar toch wel enigszins kunnen verstaan niet waar? Denk eens aan een flexibele motoropstelling.

Een flexibele motoropstelling

Bij een flexibele motoropstelling gebruik je motorsteunen. De steunen zorgen ervoor dat lawaai en trillingen zoveel mogelijk terug worden gedrongen.

Varen zonder trilling

Wat is nu de basis van varen zonder (te veel) trilling en daarmee een ontspannen vaart? Het principe is simpel. Je verwijdert de vaste verbinding tussen de motor en fundatie. Deze geeft de trillingen door van de motor. Laat de motor als het ware zweven op zijn fundatie en het lawaai is over. Begin daarvoor bij de basis.

beeld

Waarom trillen motoren?

Motoren hebben intern onderdelen die snel heen een weer bewegen. In milliseconden wordt de zuiger door een explosie naar onder geperst en vervolgens met dezelfde snelheid door de krukas weer naar boven geleid voor een nieuwe compressieslag. Dankzij een korte zuigerslag en aluminium motorblokken wordt de moderne motor compact en lichtgewicht geproduceerd. Dit geeft veel voordelen, zoals ruimtebesparing en lagere productiekosten. Een nadeel is dat trillingen minder gedempt en opgevangen worden door het eigen lage gewicht. Ook heeft de kortere motorslag een hoger toerental nodig om op gang te blijven. Uit ervaring weet je dat hoe meer gas je geeft, hoe meer lawaai je krijgt.

Losse ondersteuning van de motor

Het is daarom belangrijk dat je zorgt voor een goede en stevige fundatie van de motor met zachte motorsteunen. De steunen koppelen de motor van de boot als het ware los van de fundatie. Het beste werkt een zo zacht mogelijke motorsteun die toch stevig genoeg is om het gewicht te dragen van de motor, keerkoppeling en een deel van de schroefas.

Zo zacht mogelijk rubber

De zachtheid van rubber wordt uitgedrukt in SHORE met een getal voor de hardheid. Daarnaast bepaalt de letter A tot D nog in welke categorie het rubber behoord. Rubber met een SHORE van 10 is zeer zacht en daarboven wordt het steviger. Een zwaardere motor heeft ook weer steviger rubber nodig om te zorgen dat het rubber er niet tussenuit wordt geperst door het gewicht. Motorsteunen beginnen vaak pas bij 35 SHORE. Zoek naar een rubber dat zacht genoeg, maar toch ook stevig genoeg is om de motor te ondersteunen. Vaak bepaalt de zachtheid en kwaliteit van het rubber ook de uiteindelijke prijs en levensduur.

Bespaar niet op de prijs van goede motorsteunen. Goedkopere motorsteunen, zoals wasmachinesteunen, doen het soms prima, maar zijn niet altijd bestand tegen olie, vetten en dieseldampen in de motorruimte.

Te zacht?

Bij te zachte motorsteunen valt de stevigheid weg van de trek- en stuwbeweging die de schroefas en motor maken bij het manoeuvreren. Je kunt kiezen voor V- motorsteunen die de motor bij belasting opsluiten door hun V- vorm. Je verliest dan wel een stuk demping, doordat de motor zich vastduwt tegen het rubber.

dempersMaar wat is dan een optimale motorsteun?

Ga je voor optimale demping? Een combinatie van vlakke trillingsdempers met een stuw/druklager is dan de beste oplossing. Een stuw/druklager houdt de schroefas op zijn plaats. Het is een lagering die krachten opvangt vanuit alle richtingen. Deze hangt ook weer in rubbers en wordt gemonteerd tussen de keerkoppeling en schroefas. Na montage moet je dit exact recht en vlak (laten) stellen om overbelasting van lagers en schroefaskokers te voorkomen. Nog beter plaats je een flexibele (homokinetisch) koppeling tussen de koppeling en as, zodat alle onderdelen ook bij belasting en eventuele verschuiving nog steeds spanningsvrij kunnen draaien.

Voorbeeld opstelling homokinetische motoropstelling

Advies voor minder trilling tijdens het varen

Zoek je minder trilling en meer ontspanning? Ofwel een betere motoropstelling? Kijk dan eens goed naar de basis van de motoropstelling. Kan dit verbeterd worden? Overleg gerust met onze specialisten. Ieder merk motor en koppeling vereist eigen krachtenberekeningen. Op basis van deze gegevens kunnen wij een plan opstellen voor u.
Als voorbereiding zien we graag de volgende gegevens tegemoet:

–  Merk en type
– Maximaal toerental
– Aantal cilinders
– Gewicht van de motor
– Stuwdruklager is gemonteerd

AB Marine service leveren opstellingen voor elk merk, type motor en keerkoppeling. Vraag gerust jouw eigen ontspannen vaart aan.

Geplaatst op 7 reacties

Waarom elektra aan boord scheiden?

Hoe kan ik mijn elektra aan boord goed regelen?

Het is een prettig idee geen gedoe te hebben met de elektra aan boord. Hoe zorg je ervoor dat de koelkast koud is, dat de (boot)verlichting werkt en dat je toch ook gewoon de motor kunt starten? Mogelijk is een batterijscheider een oplossing voor u.

Startaccu en lichtaccu tegelijk opladen met een batterijscheider (accuscheider)

Ken je het geluid van een weigerende startmotor door een te lage spanning? Mogelijk hebben verlichting, koelkast en andere energieverbruikers de stroom ‘opgemaakt’ en kun je nu niet meer starten. We raden een gescheiden licht- en startaccu-systeem aan. Bijvoorbeeld de Victron Accuscheider.

Waarom elektra aan boord scheiden?

Het gevraagde vermogen van het lichtnet en het startsysteem verschillen van elkaar. Het lichtnet wordt vaak lang gebruikt en het startsysteem vraagt alleen kort veel vermogen. Dit probleem los je het beste op door twee verschillende accu’s te gebruiken die afgestemd zijn op de losse systemen. Er zijn gelukkig start- en tractiebatterijen op de markt.

Altijd een opgeladen accu

Zelfs voor een kleine installatie is het gebruik van een gescheiden licht- en startaccu-systeem aan te raden. Tijdens het gebruik van stroom uit de lichtaccu is er geen verbinding met de startaccu, zodat deze altijd vol en beschikbaar blijft voor het starten van de motor.

Gescheiden stroombronnen toch opladen met de dynamo van de motor

Wanneer je beide stroombronnen van elkaar gaat scheiden, moet je ze ook apart van elkaar kunnen opladen. Wil je beide accu’s scheiden, maar toch opladen met de dynamo van de motor, dan gebruik je een batterijscheider, ook wel diodebrug genoemd. De scheider verdeelt de spanning naar de beide accu’s. Ook zijn er verdelers en scheidingsrelais verkrijgbaar die overschakelen naar de andere accu als de ene vol is.

Wat is een batterijscheider?

Een batterijscheider is een speciaal vervaardigde diodenbrug, die tijdens het draaien van de motor de tweede accu (de lichtaccu) aan de dynamo verbindt. Het relais wordt aangestuurd door de zogenaamde “D+” aansluiting van de dynamo en heeft een voorziening om overbelasting van de dynamo en de laadregelaar te voorkomen.

Voordelen van een batterijscheider

Een batterijscheider heeft als belangrijkste voordeel dat er een absolute scheiding is tussen de batterijsets onder alle omstandigheden. Als een van de twee accu’s leeg is, kan deze de stroom nooit overhevelen. Denk aan twee vaten water. Een batterijscheider geleidt de laadstroom van dynamo of acculader en verdeelt deze naar de beide accusets. Dit gebeurt via twee of meer dioden, die een “terugslagklep” zijn voor de laadstroom. Er is maar één doorlaatrichting voor de stroom en het kan niet terugvloeien. Wij bieden een assortiment eenvoudige batterijscheiders waarmee je het bovenstaande systeem kunt realiseren. Let altijd op het voltage en benodigde vermogen dat over het relais mag lopen.

NB: Je kunt met een batterijscheider de accu ook gewoon nog opladen vanaf het normale 230v-stroomnetwerk.

Hoeveel volt per relais?

De vuistregel is als volgt:

  • 70 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s tot 55 Ampère maximum laadstroom.
  • 120 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s van 60 tot 90 Ampère.
  • 150 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s van 100 tot 120 Ampère

Batterijscheider uitgevoerd met compensatie diode

Houd er rekening mee dat een diode altijd een overbruggingspanning (drempelspanning) van 0.6 volt heeft. Dit betekent dat bij een laadsysteem van 14v er maximaal nog 13.4 volt naar de accu loopt. Dit kan een probleem zijn bij de oudere type dynamo’s. Een scheider uitgevoerd met compensatie diode voorkomt spanningsval over de diode waardoor de accu met een juiste spanning geladen wordt.

Opstelling van een batterijscheider

Zie het schema voor een eenvoudige opstelling van een batterijscheider:

batterijscheider

Batterijscheider (accuscheider) kopen

Klik voor een voordelige batterijscheider voor jouw boot!

Geplaatst op 6 reacties

Startproblemen? 3 tips om te verhelpen.

Waarom start mijn boot niet?

De boot start niet als de motor van de boot weinig of geen vermogen heeft om te starten. De startmotor of accu kan kapot zijn, maar er kunnen andere dingen zorgen voor een slechte start, zoals een gecorrodeerde hoofdzekering, een massaslot of elektrische aansluitingen die niet schoon zijn of slecht verbonden bedrading. Doe daarom eerst de volgende dingen, voordat je op zoek gaat naar nieuwe onderdelen. 

Stappenplan accu controleren 

  1. Zorg voor veiligheid voordat  je aan de slag gaat. De motor mag via de startmotor draaien, maar niet  aanslaan. Zet daarom de brandstoftoevoer uit. Dit doe je via de stopmagneet of door de gashendel in de stop-stand te zetten.  
  2. Zet de multimeter op DC gelijkspanning, plaats de rode sonde op de positieve accupool en dan de zwarte sonde op de negatieve accupool. Geeft de meter minder dan 12 volt aan, laad de accu dan eerst op of vervang hem. Bij 12.4 volt is een accu vol  (Bij een 24. installatie is de accu vol bij 24 volt). Een paar millivolt ernaast is ook nog goed om verder te gaan.
  3. Zet de multimeter nogmaals op DC gelijkspanning. Plaats de rode draad van de multimeter op de positieve pool van de accu en vervolgens de zwarte op de negatieve pool. En volg dan stap 3 op.
  4. Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor. Hou dit ca 4 à 5 seconden vol. Lees tijdens het starten de accuspanning af van de multimeter. Als de afgelezen waarde van de multimeter tijdens het starten hoger is dan 9,5 volt is de accu goed. Een lezing van minder dan 9,5 volt duidt op een te hoog spanningsverlies. Een slechte chemie-overdracht in de accu zelf door ouderdom is mogelijk de oorzaak. Hoog tijd om deze te vervangen! Is de accu goed? Lees het vervolg.

Stappenplan startmotor controleren

Ook al start de boot weer dankzij de verholpen accuproblemen, de volgende test kan ook veel problemen in de toekomst voorkomen. Een veelvoorkomend probleem is corrosie. Onderzoek of je aanslag kunt vinden tussen de verbindingen vanaf de accu tot aan de starter zelf. Onderzoek ook of er tussen de starter en het motorblok een goede verbinding is. Dit betekent demonteren en inspecteren.  

  1. Zet de multimeter op DC gelijkspanning. Plaats de rode sonde op de positieve accupool en vervolgens op de relais-aansluiting van de starter waarvan de koperen kabel de startmotor ingaat. Dit is de laatste aansluiting voordat de + plus in de startmotor zelf verdwijnt. Hieronder genoemd ”M terminal”. 
  2. Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor zonder dat deze aanslaat. Lees nu de spanning weer af, aangegeven op de multimeter tijdens het starten.
  3. Zonder spanningsverlies tussen de kabel en startrelais meet je nu 0 Volt, perfect! Maar vaak meet je 0,1 volt en voor systemen op leeftijd is 0,1 tot 0,2 volt geen uitzondering. Dit betekent dat er vanaf de accu een spanning naar de starter gaat van bijvoorbeeld 12.1 Volt, maar er aan het einde -door weerstand of slecht contact- nog maar 12.0 volt uitkomt. Een multimeter meet het spanningsverschil. Dus zal de multimeter een ‘’verschil’’ meten van 0.1 Volt, elk getal boven de 0 Volt duidt op weerstand. Dit proces kunt je aan de plus-zijde voor elk individueel contact en elke aansluiting herhalen, maar ook voor de negatieve zijde. Want elke positief elektrisch geladen atoom die erin gaat moet er ook weer uit via de negatieve zijde.
  4. Tel de waarden bij elkaar op van wat er gemeten is in de vorige stappen, deze mag niet boven de 0 tot 0.3 Volt maximaal uitkomen in totaal. Hoe lager hoe beter.

    Bijvoorbeeld:
    Wanneer een normale 4-cilinder scheepsmotor wordt gestart gaat er kortstondig vanuit stilstand een stroom lopen die oploopt tot wel 1000 Ampère. Daarna zakt dit totdat de motor op toeren is tot ongeveer 200 a 300 Ampère. Stel dat er 0.3 volt verlies is, dan mist de startmotor 300 Watt. Bij een gangbare nominale startmotor van 1200 Watt  betekent dit dat er al snel 25% verloren gaat aan startcapaciteit. Een klein verlies heeft grote gevolgen. 
  5. Los de weerstandsverliezen op en kijk of het vermogen van de starter terug is.
  6. Weigert de starter nog steeds vol vermogen te geven dan heeft deze mogelijk interne gebreken. Neem contact op met een van onze specialisten voor meer informatie over de oplossing.

 

 

Starter meter

Stroom en spanning. Hoe zat het ook alweer? 

  • R = U / I ofwel Weerstand = Spanning / Stroom ofwel Ohm = Volt / Ampère (Wet van Ohm)
  • P = I * U ofwel Vermogen = Stroom * Spanning ofwel Watt = Ampère * Volt
  • Watt = Ampère2 * Ohm
  • Watt = Volt / Ohm
  • Ampère = Watt / Volt
  • Volt = Watt / Ampère

 Een voorbeeld met water dat door een buis stroomt maakt het verschil tussen stroom en spanning inzichtelijker:

  • Spanning in Volt: druk van het water in een buis.
  • Stroomsterkte in Ampère: hoeveelheid water per seconde die door een buis stroomt.
  • Weerstand in Ohm: dikte van de waterbuis.
  • Vermogen in Watt: kracht van het water tegen bijvoorbeeld een schoepenrad.

Startmotor vervangen

Zelf een startmotor vervangen? Volg deze 3 stappen.