Geplaatst op Geef een reactie

Accu opladen boot: hoe krijg je de accu vol?

stopcontact aan wal

Je hebt een mooie dag op het water achter de rug, de motor heeft lekker gedraaid en je gaat ervan uit dat je accu wel weer vol zit. Toch merk je na een paar dagen stil liggen dat de koelkast hapert, de verlichting zwakker brandt of het starten nét iets langer duurt. Hoe kan dat nou?

Simpel: je accu is waarschijnlijk niet écht volledig opgeladen. En dat ligt niet per se aan een kapotte accu of een storing, maar vaak aan de dynamo. Of beter gezegd: aan de beperkingen van wat een dynamo kan.

In deze blog leggen we uit waarom alleen varen niet voor voldoende lading zorgt, waarom er extra aandacht nodig is bij AGM- en lithium-accu’s en hoe je met slimme oplossingen wel de volle 100% bereikt.

Waarom je dynamo niet genoeg is om je accu volledig op te laden

Een dynamo is perfect voor het snel opladen tijdens het varen, dat eerste stuk, de zogenoemde bulkfase, gaat prima. Maar om je accu helemaal vol te krijgen (vooral bij AGM- of lithium-accu’s) is een hogere en stabielere laadspanning nodig dan een standaard dynamo levert.

Maar daarna stokt het. Voor het laatste deel van het laden is een hogere en stabielere spanning nodig. De meeste dynamo’s zijn niet gemaakt om de laatste 20 tot 30% goed bij te laden. Hiervoor heb je een stabiele, hogere laadspanning nodig. Dit kunnen de meeste dynamo’s niet leveren. Vaak zie je een laadspanning rond de 13,8V, terwijl AGM- of lithium accu’s 14,4V of meer nodig hebben om volledig te laden.

Zonder aanvullende laadbron, zoals een acculader of zonnepanelen, wordt je accu dus nooit écht vol. En dat brengt risico’s met zich mee.

Risico 1: Kortere levensduur van je accu

Een accu die nooit volledig geladen is, gaat op den duur achteruit. Bij lithium-accu’s kunnen er problemen optreden met betrekking tot de spanningsbalans en bij gel- of AGM-accu’s ontstaat er op een gegeven moment sulfatie. Dit zorgt in beide gevallen voor een kortere levensduur.

Risico 2: Capaciteitsverlies

Een niet volledig opgeladen accu levert uiteraard minder capaciteit. Dat betekent minder stroom voor bijvoorbeeld je koelkast, boegschroef of navigatieverlichting. Met andere woorden, je kunt minder lang zonder bijladen. Geen lekker idee als je van plan bent om lange tijd voor anker te liggen.

Risico 3: Opstartproblemen en storingen

Een te lage accuspanning kun je ook herkennen opstartproblemen en storingen. Te weinig spanning kan ook leiden tot fouten in gevoelige elektronica aan boord. Vooral bij grotere boten met allerlei slimme systemen is dit een serieus risico.

AGM en lithium-accu’s: waarom hogere laadspanning cruciaal is

De afgelopen jaren zijn AGM- en vooral lithium-accu’s steeds populairder geworden aan boord. Logisch: ze zijn compact, licht, en leveren veel stroom. Maar deze accutypes stellen ook hogere eisen als het gaat om laden, vooral als je ze écht volledig wilt opladen.

Zowel AGM- als lithium-accu’s vragen een laadspanning ruim boven de 14 volt. Lithium-accu’s hebben vaak 14,4 tot 14,6V nodig, AGM zit meestal tussen 14,2 en 14,4V. En dat niet alleen: die spanning moet ook stabiel blijven tijdens alle laadfasen,  van de snelle bulkfase, via de absorptiefase, tot aan de druppellading (float). Alleen zo worden de accucellen netjes in balans gebracht en volledig geladen.

De meeste standaard dynamo’s leveren zo’n hoge en constante laadspanning niet. Vaak blijft de spanning steken rond de 13,8V en zakt die zodra het toerental daalt of de motor warm wordt. Dat lijkt misschien onschuldig, maar bij gevoelige accutechnologie kan het leiden tot celonbalans, oververhitting, capaciteitsverlies en uiteindelijk een veel kortere levensduur.

Wil je je moderne accu’s gezond houden en hun volledige capaciteit benutten? Dan is een laadoplossing nodig die specifiek is afgestemd op AGM- of lithiumtechnologie — zoals een goede acculader, laadregelaar of accu-naar-accu lader (B2B-lader) met het juiste laadprofiel.

Slim laden met acculaders en zonnepanelen aan boord

Hoog tijd dus om de accu’s goed te benutten. Dit kun je doen met boot acculaders om stabiel te laden via walstroom of via gratis stroom op het dek van zonnepanelen. Je accu laden wordt hiermee een stuk aangenamer.

Acculaders: stabiel laden via walstroom

Een goede acculader is eigenlijk onmisbaar aan boord. Deze apparaten leveren precies de juiste spanning en stroom, afgestemd op het type accu dat je gebruikt. Waar een dynamo stopt, gaat de acculader verder.

Omdat het laadproces gecontroleerd verloopt, raakt de accu niet over- of onderladen. Veel acculaders kunnen omgaan met meerdere accutypes: van traditionele loodzuur tot AGM-, gel- en lithium-accu’s. Sommige modellen kunnen zelfs meerdere accu’s tegelijk laden, bijvoorbeeld een startaccu én een boordaccu.

Wel heb je walstroom nodig (een normaal stopcontact) om de acculader te kunnen gebruiken. Zorg daarnaast voor voldoende dikke kabels, zekeringen en een goede montage, zeker gezien het vocht, zout en de trillingen die aan boord normaal zijn.

Zonnepanelen: gratis stroom op het dek

Een andere oplossing om je moderne accu’s volledig vol te krijgen is met behulp van zonnepanelen. Dankzij de efficiëntie van zonnecellen kun je met een relatief klein paneel al een behoorlijke bijdrage leveren. Denk aan het bijladen van je accu’s tijdens het ankeren of zelfs onderweg.

Zeker in combinatie met een goede laadregelaar (bij voorkeur een MPPT-regelaar) kan zonne-energie zelfs gevoelige accutypes zoals lithium accu’s of gel accu’s uitstekend bijladen. De juiste regelaar zorgt ervoor dat het laadproces precies afgestemd wordt op de eisen van jouw type accu.

Natuurlijk zijn er ook wat beperkingen. Op grauwe dagen of in de winter is het effect beperkt en je hebt voldoende ruimte op het dek nodig om panelen te plaatsen. Toch zijn de meeste installaties tegenwoordig zó compact en gebruiksvriendelijk dat ze ook op bescheiden vaartuigen prima passen.

zonnepaneel op boot

Waar moet je op letten bij het kiezen van de juiste acculader?

Zoals gezegd, komt er dus wel wat kijken bij het correct opladen van je accu. Let bij het kiezen van een boot acculader op de volgende punten:

  • Ingangsspanning: De meeste acculaders werken op walstroom (230V), maar er zijn ook modellen die geschikt zijn voor gebruik met een generator of omvormer. Controleer dus altijd waar je lader z’n stroom vandaan haalt.
  • Capaciteit van de accu: De benodigde laadstroom hangt af van de accucapaciteit (in Ah). Hoe groter je accubank, hoe krachtiger je acculader moet zijn. Richtlijn: kies een laadstroom van 10–20% van de totale capaciteit. Heb je meerdere accu’s? Let op of ze in serie of parallel zijn geschakeld, dat maakt verschil in capaciteit. Lees hier meer over het serie of parallel schakelen van accu’s.
  • Geschikt voor jouw accutype: Niet elke acculader is geschikt voor elk type accu. Moderne laders kun je vaak instellen voor AGM-, gel- of lithiumaccu’s. Controleer of jouw lader het juiste laadprofiel ondersteunt voor het type accu dat je gebruikt. Zo laad je veilig én volledig op.
  • Temperatuurcompensatie: Een speciale lader kan rekening houden met temperatuur. Dit komt van pas in warme, vochtige ruimtes zoals een machinekamer.
  • Druppellader: Een acculader met druppelladerfunctie is ideaal als je langere tijd stilligt. Deze houdt je accu op spanning zonder risico op overladen. Vooral handig in de winterstalling of als je boot vaak aan walstroom ligt.
  • Maritieme bouwkwaliteit: Kies een lader die bestand is tegen zout water, trillingen en andere kenmerken van een maritieme omgeving.

Conclusie: met de juiste lader vaar je zorgeloos

Met een goed geladen accu ga je prettiger op pad. Voor veilige navigatie, voldoende comfort en natuurlijk de veiligheid is stroom onmisbaar. Vertrouw daarom niet alleen op je dynamo, maar investeer ook de juiste acculader en eventueel een systeem met zonnepanelen.

Wil je advies op maat over jouw accuset-up of zoek je een betrouwbare Victron acculader voor jouw boot? Neem dan contact op met de experts van AB Marine Service. Wij helpen je graag verder!

Geplaatst op Geef een reactie

Koelvloeistof vervangen van jouw binnenboordmotor: stappenplan en tips

dieselmotor boot

Wanneer heb je voor het laatst de koelvloeistof van je binnenboordmotor vervangen? Waar de ene booteigenaar je dit meteen kan vertellen, moet de ander toch echt even diep graven. Als je antwoord in de buurt komt van ‘ik weet het niet’, dan is deze blog voor jou.

We leggen je uit waarom koelvloeistof zo belangrijk is, hoe je het zelf stap voor stap kan vervangen en welke koelvloeistof geschikt is voor jouw binnenboordmotor. Want een goed werkend koelsysteem is erg belangrijk voor de gezondheid van je trouwe motor.

Waarom is het belangrijk om koelvloeistof te vervangen?

Koelvloeistof, in het Engels beter bekend als coolant, regelt in de eerste plaats de temperatuur van je motor. Als er te weinig koelvloeistof in een watergekoelde binnenboordmotor zit, kan de motor oververhit raken. In het ergste geval loopt de motor vast of raken er onderdelen vervormd. Dat is dan vaak niet meer te herstellen.

Naast het regelen van de temperatuur beschermt koelvloeistof je motor ook tegen bevriezing, corrosie en kalkafzetting. Het voorkomt schade aan het motorblok, leidingen en warmtewisselaar. Dit komt doordat koelvloeistof naast antivries ook additieven bevat die roest en afzettingen tegengaan.

Het punt met koelvloeistof is dat deze na verloop van tijd z’n beschermende eigenschappen verliest. De werkzame stoffen (zoals corrosieremmers) raken uitgewerkt, waardoor roestvorming en afzetting kunnen ontstaan. Hierdoor is het nodig om de koelvloeistof regelmatig te vervangen, meestal elke 2 tot 5 jaar, afhankelijk van het type motor en de richtlijnen van de fabrikant.

De risico’s van het uitstellen van het vervangen van koelvloeistof

Voordat we in het stappenplan duiken, gaan we concreter in op de risico’s van uitstel als het gaat om het vervangen van koelvloeistof. Als we dit aan klanten vertellen, gaat er namelijk vaak een denkbeeldig lampje branden: dit is niet iets wat nog wel even kan wachten.

1. Oververhitte motor

Koelvloeistof stroomt door het motorblok en via de warmtewisselaar of radiateur om warmte af te voeren. Als verouderde koelvloeistof dit niet meer goed doet, loopt de temperatuur op. Vaak zie je dit terug op de temperatuurmeter, als je die hebt. Blijf je doorvaren, dan loop je het risico dat bijvoorbeeld de koppakking het begeeft en dan ben je een stuk verder van huis.

2. Corrosie in het koelsysteem

Na verloop van tijd verliest koelvloeistof zijn roestwerende werking. Metalen onderdelen zoals aluminium cilinderkoppen, leidingen en de waterpomp worden dan kwetsbaarder voor corrosie. Roestdeeltjes kunnen het systeem vervuilen en zorgen voor verstoppingen, bijvoorbeeld in de warmtewisselaar of het expansievat (als je die aan boord hebt). Gevolg: nog minder koeling, met alle risico’s van dien.

3. Sludge en afzetting

Oude koelvloeistof kan veranderen in een stroperige smurrie, ook wel sludge genoemd. Dat ontstaat doordat de beschermende additieven afbreken en reageren met vuil of vocht in het systeem. Die sludge belemmert de doorstroming, verhoogt de kans op lekkages en kan op termijn zelfs het hele koelsysteem aantasten.

Stappenplan: zelf koelvloeistof vervangen bij je boot

Tijd om al die problemen voor te zijn en tijdig in actie te komen. Ga je zelf je koelvloeistof vervangen, misschien wel voor de eerste keer? Geen zorgen, we leggen je stap voor stap uit hoe je dit klusje op veilig een efficiënte wijze klaart.

De eerste tip: zorg ervoor dat je motor volledig is afgekoeld, voordat je aan de slag gaat!

Lijst met benodigdheden

  • Nieuwe koelvloeistof (geschikt voor jouw motor)
  • Een aftapbak of stevige emmer
  • Een middelgrote trechter
  • Een schroevendraaier of passende sleutel
  • Beschermende handschoenen
  • Een ontluchtingssleutel (optioneel)
  • Een oude doek of spons (voor knoeien of schoonmaken)

Stap 1: Controleer het koelsysteem van je binnenboordmotor

Check of het koelvloeistofniveau op peil is. Bij veel motoren zie je dat in een doorzichtige tank met ‘min’ en ‘max’ streepjes. Is het niveau te laag, troebel, verkleurd of roestig? Dan is het tijd om in te grijpen. Heeft jouw motor geen extern reservoir, dan check je het systeem zelf – bijvoorbeeld bij de warmtewisselaar of het expansievat.

Stap 2: Oude koelvloeistof aftappen

Zoek de aftappunten van jouw motor op. Dit verschilt per type en merk, en zit vaak ergens laag aan het motorblok of bij de warmtewisselaar. Sommige motoren hebben op elk aftappunt een slangetje of aansluiting om het aftappen makkelijker te maken. Vaak kun je instructies vinden voor jouw motormerk over hoe je de oude koelvloeistof het beste kunt aftappen. Zorg dat je een opvangbak klaar hebt staan en tap de koelvloeistof zo volledig mogelijk af.

Stap 3: Koelsysteem spoelen (optioneel, maar wel verstandig)

Ziet je oude koelvloeistof er vies of bruin uit? Spoel het hele systeem dan door met schoon water en een koelsysteem reiniger. Herhaal dit tot het water helder is. Laat het systeem daarna weer volledig leeglopen.

Stap 4: Nieuwe koelvloeistof bijvullen

Tijd om de nieuwe koelvloeistof erin te gieten. Gebruik een trechter en vul langzaam bij tot het aanbevolen niveau. Let op: sommige motoren hebben meerdere vulpunten of een apart circuit voor bijvoorbeeld een boiler, die het vullen wat ingewikkelder kunnen maken. Controleer wat van toepassing is voor jouw motor. De juiste koelvloeistof hangt af van je motortype, daarover straks meer.

Stap 5: Ontluchten van het koelsysteem

Na het bijvullen moet je het systeem ontluchten. Start de motor en laat deze stationair draaien, zodat de koelvloeistof goed doorstroomt. Zet eventueel de verwarming of boiler aan als die op het koelsysteem zit aangesloten. Kijk of er luchtbelletjes ontsnappen en houd het koelvloeistofniveau goed in de gaten. Vul bij als het niveau zakt. Pas op: laat de motor niet te lang draaien zonder voldoende vloeistof, niet alle alarmen werken even goed met een te laag niveau. Dat kan schade veroorzaken.

Heeft je motor een handmatig ontluchtingspunt? Gebruik dan een ontluchtingssleutel en volg de instructies van de fabrikant.

Welke koelvloeistof heb je nodig voor jouw binnenboordmotor?

De ene binnenboordmotor is de andere niet, en daarom bestaan er verschillende soorten koelvloeistof. De juiste kiezen is belangrijk om problemen met pakkingen, leidingen of zelfs het motorblok te voorkomen. Hieronder lichten we twee veelgebruikte koelvloeistoffen toe, elk geschikt voor een ander type motor.

Koelvloeistof -38 Organic NF

Heb je een vrij nieuwe binnenboordmotor met aluminium onderdelen? Dan is Koelvloeistof -38 Organic NF een goede keuze. Deze koelvloeistof is silicaatvrij, universeel toepasbaar en gebaseerd op organische zuurtechnologie (OAT). Het product is samengesteld uit mono-ethyleenglycol en onthard water.

Deze koelvloeistof van Kroon Oil biedt uitstekende bescherming voor alle metalen die je in moderne motoren en koelsystemen tegenkomt. Hij is compatibel met pakkingen en slangen, biedt een hoge weerstand tegen schuimvorming en beschermt effectief tegen corrosie – ook bij aluminium cilinderkoppen.

Coolant -38 NF is het hele jaar door te gebruiken in koelsystemen van moderne benzine- en dieselmotoren. Gebruik de vloeistof onverdund voor een vorstbeveiliging tot -38 °C. Vervang deze koelvloeistof minstens elke drie jaar voor optimale werking.

Koelvloeistof G11 Long Life

Heb je een iets oudere binnenboordmotor? Dan is Koelvloeistof G11 Long Life een veelgebruikte optie. Deze vloeistof is gebaseerd op een nitriet-, amine- en fosfaatvrije technologie en biedt bescherming tot -37 °C.

Dankzij actieve corrosieremmers beschermt deze koelvloeistof onderdelen als de waterpomp, radiator en afdichtingen langdurig. Speciale toevoegingen voorkomen de vorming van sludge en afzetting in het systeem.

Deze koelvloeistof is geschikt voor motoren waarbij de fabrikant G11-type koelvloeistof voorschrijft, vaak oudere modellen met traditionele materialen. Controleer altijd de specificaties van je motor voordat je een type kiest.

Wat is het verschil tussen G11 en Organic NF?

Het belangrijkste verschil zit in de samenstelling en levensduur van de koelvloeistof.

G11 is een traditionele koelvloeistof met silicaat als toevoeging. Deze beschermt snel, maar slijt sneller en moet dus vaker vervangen worden. G11 is vooral geschikt voor oudere motoren die daarop zijn afgestemd.

Organic NF (OAT-technologie) is een modernere, silicaatvrije koelvloeistof. Deze werkt met organische zuren die juist langzamer inwerken, maar veel langer meegaan en het systeem op de lange termijn beter beschermen tegen corrosie. Deze variant is meestal beter geschikt voor nieuwere motoren met aluminium onderdelen.

Kies voor de beste koelvloeistof bij AB Marine Service

Ververs elke 2 tot 3 jaar je koelvloeistof, ook als er nog voldoende in de tank zit. Noteer de datum na verversing ergens in je logboek of op het expansievat zelf. Zo weet je wanneer het tijd is voor de volgende verversing. Nog een tip: mix nooit twee vormen van koelvloeistof door elkaar.

Heb je nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag om je te helpen bij het maken van je keuze. Zo kun je vervolgens je motor koel en je boot in topconditie houden.

Geplaatst op Geef een reactie

Oliedruk te laag van je boot? Dit is je stappenplan

Je zit midden op het water, genietend van een mooie dag varen en ineens gaat dat ene gevreesde lampje branden: het olielampje. Een oliedrukmelding is niet iets om te negeren. Een lage oliedruk kan leiden tot ernstige schade aan je motor en dat wil je natuurlijk voorkomen.

In deze blog leggen we je uit wat het betekent als de oliedruk te laag is, hoe je het herkent en wat je eraan kunt doen. Zo weet jij straks precies wat je moet doen als dit probleem zich voordoet.

Wat betekent het als de oliedruk te laag is?

De oliedruk is van groot belang voor een goede werking van je motor. Motorolie zorgt ervoor dat alle bewegende delen in je motor goed gesmeerd blijven. Dit voorkomt slijtage en oververhitting. De oliedruk zorgt ervoor dat de olie op de juiste plekken terechtkomt.

Als de oliedruk te laag is, werkt dit systeem niet goed meer, met alle risico’s van dien. We behandelen verschillende gevolgen van een te lage oliedruk.

Slijtage van motoronderdelen

Wanneer de oliedruk te laag is, ontstaat er onvoldoende smering. De onderdelen van de motor, zoals de krukas en de lagers, lopen daardoor droog. Dit leidt tot extra slijtage, wat op termijn problemen veroorzaakt.

Oververhitting van de motor

Motorolie helpt ook bij het koelen van de motor. Bij lage oliedruk wordt er minder olie rondgepompt, waardoor de warmte niet goed afgevoerd wordt. Dit verhoogt het risico op oververhitting.

Vastlopen van de motor

In het slechtste geval stopt de smering helemaal. De bewegende delen lopen dan zó vast dat de motor blokkeert. Dit kan leiden tot ernstige motorschade, waarbij revisie of zelfs vervanging nodig is.

Verslechterde prestaties

Een motor met lage oliedruk presteert minder goed. Je merkt dat de kracht afneemt en je boot minder soepel vaart. Dit komt doordat de interne weerstand groter wordt.

Ernstige schade aan de oliepomp

Als de oliepomp defect raakt door onvoldoende smering of slijtage, kan dit het hele smeersysteem onderuit halen. De pomp is essentieel voor het opbouwen van druk en het rondpompen van olie.

Hoe herken je een te lage oliedruk?

Het is belangrijk om de signalen van lage oliedruk vroegtijdig te herkennen. Zo kun je voorkomen dat het probleem groter wordt en je uiteindelijk met een kapotte motor op het water ligt.

Het olielampje gaat branden

Het bekendste signaal is het oplichten van het olielampje op je dashboard. Deze melding betekent meestal dat de druk onder een bepaald niveau is gezakt. Ook bij een te hoge oliedruk krijg je meestal een melding, maar dat is een ander probleem. Neem dit serieus en zet de motor uit zodra je veilig stil kunt liggen.

Ongewone geluiden uit de motor

Bij te weinig olie of druk hoor je vaak tikkende, droge of ratelende geluiden. Dat komt doordat onderdelen in de motor, zoals de kleppen of lagers, niet meer goed gesmeerd worden en tegen elkaar aanlopen.

Slechtere prestaties van de motor

Als je merkt dat je motor minder krachtig is of moeizamer op gang komt, kan lage oliedruk de oorzaak zijn. De motor wordt zwaarder belast zonder goede smering.

Verhoogde motortemperatuur

De motorolie helpt normaal gesproken ook bij het koelen van het blok. Bij lage druk wordt er minder olie rondgepompt, waardoor de temperatuur sneller stijgt. Houd de temperatuurmeter dus goed in de gaten.

Rokende uitlaat

Blauwe of grijze rook uit de uitlaat kan duiden op olieverbranding in de cilinders. Dit kan ontstaan door interne schade of lekkage als gevolg van een smeerprobleem en dus ook door langdurig lage oliedruk.

Wat kun je doen bij een te lage oliedruk?

Zodra je vermoedt dat de oliedruk te laag is, is het belangrijk om niet verder te varen. Parkeer veilig en start met een controle. Hieronder vind je een stappenplan om het probleem te achterhalen en mogelijk op te lossen.

1. Controleer het oliepeil

Begin bij het begin: zit er wel genoeg olie in het blok? Een te laag oliepeil is de meest voorkomende oorzaak van drukverlies. Vul de olie bij met het juiste type volgens de specificaties van je motor.

2. Kijk naar de viscositeit van de olie

De viscositeit van de olie is belangrijk voor de drukopbouw. Als de olie te dun is, bijvoorbeeld door ouderdom of verkeerde specificaties, kan dit de druk verlagen. Overweeg een oliewissel met een dikker type olie.

3. Controleer op lekkages

Kijk rond de motor of je olievlekken ziet. Een lekkage kan ervoor zorgen dat je constant olie verliest, wat leidt tot drukverlies. Let goed op de slangen, de pakkingen en het oliefilter.

4. Inspecteer het oliefilter

Een verstopt oliefilter kan de oliecirculatie belemmeren. Vervang het filter als het oud of vervuild is. Een fris oliefilter helpt bij het opbouwen van de juiste druk.

5. Test de oliedruksensor

Soms is er helemaal geen sprake van lage oliedruk, maar is de oliedruksensor defect. Laat deze testen of vervangen als je twijfelt aan de meting. Een kapotte sensor geeft valse meldingen.

6. Check de oliepomp

De oliepomp is het hart van het smeersysteem. Als deze versleten of defect is, kan hij geen druk meer opbouwen. In dat geval moet je de pomp (laten) vervangen.

7. Controleer de bedrading

Slechte verbinding, oxidatie of een los contact kan ook foutmeldingen geven. Check de bedrading visueel en met een multimeter als je die hebt.

8. Laat een compressietest uitvoeren

Als je alles hebt gecontroleerd en het probleem blijft bestaan, laat dan een specialist een compressietest doen. Deze kan interne schade aan bijvoorbeeld de zuigers of krukas aan het licht brengen.

9. Start de motor pas na controle

Probeer niet “even te kijken” of het probleem weg is door opnieuw te starten. Dit kan voor extra schade zorgen. Pas starten na inspectie en eventuele reparatie.

10. Laat regelmatig onderhoud uitvoeren

Voorkomen is beter dan genezen. Regelmatig olie verversen, het filter op tijd vervangen en de juiste olie gebruiken voorkomt in veel gevallen problemen met de oliedruk.

Orgineel oliefilter cardridge voor: Minsel, Ruggerini en Lombardini motoren

Extra tips om schade door lage oliedruk te voorkomen

Gebruik altijd de juiste motorolie

Niet elke olie is geschikt voor jouw motor. Gebruik het juiste type olie dat de fabrikant aanraadt en let op de juiste viscositeit.

Vervang de olie op tijd

Oude motorolie verliest zijn smerende werking. Dit leidt tot slijtage en drukverlies. Houd je aan de verversingsintervallen.

Let op het aantal draaiuren

De leeftijd van je motor en het aantal draaiuren speelt mee in de kans op problemen. Oudere motoren hebben vaker te maken met slijtage en lekkages.

Houd het olielampje in de gaten

Een lampje gaat nooit zomaar aan. Negeer het signaal niet, ook niet als het na een tijdje weer uitgaat.

Koop je bootonderdelen bij AB Marine Service

Een lage oliedruk kan verschillende oorzaken hebben, van een simpel laag oliepeil tot een defecte oliepomp. Wat het probleem ook is, bij AB Marine Service helpen we je verder. Wij hebben een ruim assortiment aan onderdelen zoals oliepompen, sensoren, filters en motorolie van topkwaliteit.

Onze specialisten staan klaar om jouw vragen te beantwoorden en je te helpen bij het vinden van de juiste oplossing. Bestel eenvoudig online of neem contact met ons op voor advies. Zo houd jij je motor in topconditie en voorkom je grote problemen op het water.

Vragen over lage oliedruk? Laat het ons weten. We helpen je graag verder!

Geplaatst op Geef een reactie

Homokineet vervangen boot: zo pak je dat aan

Python homokineet P30-R 50Pk (inlclusief adapterplaat en schroefas klem) Deze Python-Drive is het aandrijfsysteem voor jachten, sloepen en werkschepen.

De homokineet van je boot is een belangrijk onderdeel in de aandrijflijn. Deze koppeling zorgt ervoor dat de kracht van de motor soepel en zonder schokken wordt overgebracht naar de schroefas, ook als de hoek van de aandrijfas verandert. Dit kan zorgen voor vibraties, geluiden en zelfs schade aan je motor of keerkoppeling.

In deze blog leer je alles over het vervangen van de homokineet bij een boot. Wat zijn de symptomen van slijtage? Welke onderdelen heb je nodig? Hoe pak je de montage aan? En waar koop je geschikte producten?

Wanneer moet je de homokineet van je boot vervangen?

Een versleten of kapotte homokineet merk je niet altijd meteen, maar er zijn wel duidelijke signalen. Slijtage bouwt zich geleidelijk op, en als je er te laat bij bent, kan dat flinke schade veroorzaken. We zetten vier signalen op een rij die wijzen op slijtage en kunnen duiden op een noodzakelijke vervanging.

1. Je hoort een tikkend of kloppend geluid tijdens het varen

Een van de eerste signalen van een homokineet die kapot is, is een tikkend of kloppend geluid bij het versnellen of wanneer je van richting verandert. Dit wordt vaak veroorzaakt door speling in de kogels van de homokinetische aandrijfas. Hoe langer je daarmee doorvaart, hoe groter de kans op echte schade.

2. Je merkt trillingen of vibraties in de aandrijving

Als de homokineet niet meer in lijn ligt met de rest van de aandrijflijn, ontstaan er trillingen. Dit voel je vaak in het stuur of de vloer van de boot. De minimale hoek tussen motor en as kan verstoord zijn, wat de aandrijving onstabiel maakt.

3. Er is sprake van verminderde prestaties

Bij een beschadigde homokineet kan de koppeling tussen motor en uitgaande as minder effectief zijn. De aandrijfkracht wordt niet goed doorgegeven, waardoor je boot langzamer optrekt of minder snelheid haalt. Als je hier niets aan doet, gaat je homokineet kapot.

4. Je ziet scheurtjes in de stofhoes

De rubberen hoes om de homokineet voorkomt dat vuil en water bij de bewegende delen komen. Zie je vet op de aandrijfas of barstjes in de hoes? Als de hoes gescheurd is, komt er vet naar buiten. Vetverlies zorgt voor droge wrijving, wat leidt tot meer slijtage en uiteindelijk een kapotte homokineet.

Welke onderdelen heb je nodig?

Een homokineet vervangen bij je boot vraagt om een aantal specifieke onderdelen en gereedschappen. Denk niet alleen aan de homokineet zelf, maar ook aan de montage en uitlijning.

1. Een nieuwe homokineet

De kern van de klus is natuurlijk een vervangende homokineet. Kies bij voorkeur voor een hoogwaardige variant, zoals een homokineet van Python Drive. Deze staat bekend om z’n betrouwbaarheid en lange levensduur.

2. Adapterplaat en schroefasklem

Voor de montage heb je vaak een adapterplaat nodig om de homokineet correct op de keerkoppeling of uitgaande as te bevestigen. De schroefasklem zorgt dat alles goed op z’n plek blijft.

3. Zachte motorsteunen

Controleer bij vervanging ook je motorsteunen. De juiste motorsteunen helpen om trillingen te dempen en zorgen dat de motor netjes op z’n plek blijft tijdens de aandrijving.

4. Nieuwe stofhoes en rubbers

De stofhoes beschermt de homokineet tegen vuil en water. Bij vervanging hoort vaak ook een nieuwe hoes, inclusief de juiste rubbers voor een goede afdichting.

5. Vers vet

Zorg voor vers vet dat bestand is tegen hoge temperaturen en druk. Zo blijven de kogels in de homokineet goed gesmeerd, wat de levensduur verlengt.

6. Bouten, moeren en bevestigingsmateriaal

Nieuwe montage vereist stevig bevestigingsmateriaal. Gebruik bij voorkeur roestvrijstalen bouten en moeren die bestand zijn tegen de maritieme omgeving. Omdat de aandrijflijn onderhevig is aan trillingen, is het verstandig om een borgmiddel te gebruiken op de schroefdraad. Dit voorkomt dat bouten loslopen en verlengt de levensduur van de bevestiging.

7. Gereedschap

Je hebt diverse gereedschappen nodig: 

  • Momentsleutel
  • Steeksleutels
  • Inbussleutels
  • Trekker

8. Uitlijningsgereedschap

Een juiste uitlijning tussen motor en aandrijfas is belangrijk. Een verkeerde uitlijning leidt tot overmatige slijtage aan homokineet én keerkoppeling. Gebruik speciaal uitlijningsgereedschap of laat dit uitvoeren door een specialist.

Stappenplan: zelf de homokineet vervangen

Het vervangen van een homokineet bij een boot is een klus die je prima zelf kunt doen, zolang je voorbereid te werk gaat. We delen het proces op in zeven stappen:

Stap 1: Controleer de staat van je huidige homokineet

Voordat je begint met demonteren, controleer je de staat van de homokineet om te zien of hij echt versleten is. Kijk naar speling, vetverlies, beschadigde rubbers en merkbare trillingen tijdens het varen.

Stap 2: Demonteer de oude homokineet

Zet de motor uit, laat ‘m goed afkoelen en zorg dat de hoofdschakelaar van de accu uit staat. Maak alle bouten los, verwijder de hoes en trek de homokineet voorzichtig van de uitgaande as. Tip: leg een doek klaar voor restvet en vuil.

Stap 3: Reinig de onderdelen grondig

Maak de flens van de uitgaande as en de aansluitpunten op de keerkoppeling grondig schoon. Verwijder oude vetresten, roest en vuil. Een schone basis voorkomt scheve montage en onnodige slijtage.

Stap 4: Breng nieuw vet aan

Smeer de nieuwe homokineet rijkelijk in met vers vet. Gebruik vet dat geschikt is voor hoge belasting en maritieme toepassingen. Vergeet ook de binnenzijde van de hoes niet en let op dat je geen vuil meeneemt in het vet.

Stap 5: Monteer de nieuwe homokineet

Plaats de nieuwe homokineet op de as, bevestig de hoes en draai de bouten kruislings aan met het juiste aandraaimoment (gebruik bij voorkeur een momentsleutel). Bevestig ook de adapterplaat en schroefasklem indien nodig.

Stap 6: Controleer de uitlijning

Gebruik een uitlijnset of laat een specialist controleren of de motor en aandrijfas correct in lijn liggen. Een foutieve hoek kan leiden tot stuwdruk en extra slijtage.

Stap 7: Test de aandrijving

Zet de motor aan, schakel in vooruit en controleer of er geen trillingen of geluiden optreden. Laat bij voorkeur iemand meekijken tijdens een korte proefvaart om afwijkingen vroeg te signaleren.

Veelgemaakte fouten bij het vervangen van de homokineet

Zelf een homokineet vervangen is goed te doen, maar sommige fouten liggen op de loer. We zetten vijf veelgemaakte fouten op een rij.

1. De hoes niet goed afsluiten

Een niet goed gemonteerde hoes laat vuil en water door. Dit versnelt slijtage. Controleer altijd of de hoes strak zit en goed afgesloten is met de juiste slangklemmen.

2. Te weinig of verkeerd vet gebruiken

Vet is essentieel voor de werking van de homokineet. Gebruik vet dat bestand is tegen hoge druk en maritieme omstandigheden. Wees niet zuinig: beter iets te veel dan net te weinig.

3. Versleten motorsteunen negeren

Slappe of gescheurde motorsteunen zorgen voor beweging in de motor en dus onnodige spanning op de aandrijflijn. Check de staat van de steunen vóór je de nieuwe homokineet monteert.

4. Bevestigingsbouten niet op het juiste koppel zetten

Te los? Dan gaan ze trillen en komen ze los. Te strak? Dan draai je ze dol of beschadig je de flens. Gebruik altijd een momentsleutel en volg de koppelwaarden van de fabrikant.

Veelgestelde vragen over het vervangen van de homokineet

Er zijn altijd vragen over de vervanging van een homokineet. Hieronder beantwoorden we de meest voorkomende.

Kan ik zelf een homokineet vervangen of moet ik naar de scheepswerf?

Veel bootbezitters doen het zelf, mits ze het juiste gereedschap en de juiste onderdelen hebben. Twijfel je over de uitlijning of de juiste montage? Laat het dan over aan een ervaren monteur.

Hoe lang gaat een homokineet gemiddeld mee?

Dat hangt af van gebruik, belasting en onderhoud. Gemiddeld 10 tot 15 jaar bij normaal gebruik en goede smering.

Wat kost het vervangen van een homokineet?

De kosten verschillen sterk, afhankelijk van het type homokineet en de toepassing. Standaard homokineten zijn verkrijgbaar vanaf ongeveer €500 tot €1.000 voor de onderdelen. Python Drive-systemen starten bij ongeveer €577 (zoals de P30-R) maar kunnen oplopen tot ver boven de €1.000, afhankelijk van het model, de asdiameter en het maximale koppel. Voor grotere of zwaarder belaste systemen (zoals de P80-M) betaal je duizenden euro’s.

Laat je altijd goed adviseren over welk type het beste bij jouw boot past. Montagekosten komen daar nog bij als je het laat installeren.

Hoe weet ik of mijn homokineet de juiste minimale hoek heeft?

Check altijd de technische specificaties van je motor, homokineet én schroefas. Systemen, zoals Python Drive, zijn ontworpen om hoekveranderingen op te vangen, maar uitlijnen blijft belangrijk.

Is er verschil tussen homokineten van auto’s en boten?

Zeker. Een homokineet voor een boot is gebouwd voor zwaardere en langdurigere belasting, hogere vochtigheid en zeewaterbestendigheid. Auto-homokineten zijn niet geschikt voor maritiem gebruik.

Koop je homokineet bij AB Marine Service

Bij AB Marine Service vind je een breed assortiment aan technische onderdelen voor je boot. We hebben onder andere homokineten van Python-Drive. Of je nu zelf aan de slag gaat of hulp nodig hebt, wij helpen je verder.

Wil je zeker weten dat je de juiste homokineet kiest? Neem gerust contact met ons op. Samen zorgen we dat jouw aandrijflijn weer soepel en geruisloos draait.

Geplaatst op 1 reactie

Rokende dieselmotor boot: hoe los je dat op?

Een rokende dieselmotor op je boot kan een verontrustend probleem zijn. Niet alleen de rook is hinderlijk, maar het wijst vaak op onderliggende problemen met de motor. Een snelle diagnose kan veel schade en dure reparaties voorkomen. Daarom is het belangrijk om te begrijpen wat de verschillende rooktypes betekenen en hoe je ze oplost.

In deze blog ontdek je de mogelijke oorzaken en oplossingen voor rookproblemen, zodat je weer zorgeloos het water op kunt. Daarnaast beantwoorden we veelgestelde vragen over rokende dieselmotoren en geven we meer tips voor het onderhoud van de motor in je boot.

Waarom rookt mijn dieselmotor?

Een dieselmotor kan om verschillende redenen roken. De kleur van de rook kan veel vertellen over de oorzaak van het probleem. Vaak is een rokende motor het eerste signaal van een technisch mankement dat, indien genegeerd, kan leiden tot grotere defecten. Hieronder bespreken we de meest voorkomende rookkleuren en wat deze betekenen.

Houd er rekening mee dat dieselmotoren bij koude start of zware belasting van nature iets meer rook kunnen geven dan benzinemotoren. Zolang dit tijdelijk is, is het meestal geen reden tot zorg.

Witte rook

Witte rook duidt vaak op onvolledige verbranding van brandstof of koelwaterlekkage. Dit kan komen door een koude motor, een defecte thermostaat of ingespoten brandstof die niet goed verbrandt. Een lek in de koppakking kan er ook voor zorgen dat koelvloeistof in de cilinders terechtkomt, wat witte rook en een dalend koelvloeistofniveau veroorzaakt. Dit gaat vaak gepaard met drukopbouw in het koelsysteem. In sommige gevallen zie je ook een melkachtige substantie onder de oliedop of aan de oliepeilstok – een teken dat koelvloeistof in de olie terechtkomt.

Witte damp

Witte damp wordt vaak verward met witte rook, maar is meestal onschadelijk. Het ontstaat door condensvorming in een watergekoelde uitlaat, vooral bij een koude motor. Als de damp echter blijft aanhouden bij een warme motor, kan dit wijzen op een verstopping in de watergekoelde uitlaat of een probleem met de motorventilatie.

Blauwe rook

Blauwe rook wijst op olieverbranding en kan veroorzaakt worden door versleten zuigerveren, lekkende klepzittingen of een probleem met de smering. Een te hoog oliepeil of gebruik van de verkeerde olie kan dit probleem verergeren, wat uiteindelijk leidt tot hogere slijtage aan de motorcomponenten. Ook een defecte turbo kan olie de inlaat in blazen, wat voor blauwe rook zorgt bij het gas geven.

Zwarte rook

Zwarte rook duidt op een probleem met de verbranding. Dit kan veroorzaakt worden door een slecht werkende brandstofinspuiting, een verstopt luchtfilter of een defecte brandstofpomp. Als de rook dik en intens is, kan het ook een teken zijn van een overbelaste motor die niet genoeg lucht krijgt voor een efficiënte verbranding. In sommige gevallen kan zwarte rook ook het gevolg zijn van een verkeerde scheepsschroef-conversie, waardoor de motor geen toeren kan maken door overbelasting.

Grijze rook

Grijze rook is minder gebruikelijk, maar kan wijzen op olie- of brandstofproblemen. Vaak heeft dit te maken met een lekke koppakking of een verkeerde brandstof-luchtverhouding. In sommige gevallen kan het ook veroorzaakt worden door een te hoge motorbelasting of een verstopte uitlaat, wat leidt tot inefficiënte gasafvoer. Grijze rook is soms lastig te onderscheiden van blauwe rook; een ervaren monteur kan door geur of een compressietest een beter beeld krijgen van de oorzaak.

Een versleten brandstofpomp kan zorgen voor een inefficiënte verbranding

Veelvoorkomende oorzaken van een rokende dieselmotor

De oorzaken van rookontwikkeling verschillen per rookkleur. Hieronder bespreken we enkele veelvoorkomende oorzaken. Hierbij letten we op verschillende tekenen, zoals een zware motorbelasting, versleten zuigerveren of een droge uitlaat.

Brandstofproblemen

Slechte of vervuilde brandstof kan leiden tot onvolledige verbranding en rookontwikkeling. Regelmatig het brandstoffilter vervangen en de brandstofkwaliteit controleren is essentieel. Water of bacterievorming in de brandstoftank kan de verbranding beïnvloeden en schade toebrengen aan de verstuivers en brandstofpomp.

Slechte verbranding

Onvolledige verbranding kan optreden door lage compressie, late inspuiting of slecht afgestelde kleppen. Dit kan leiden tot een rokende motor en vermogensverlies. Daarnaast kunnen defecte verstuivers of een versleten brandstofpomp bijdragen aan een inefficiënte verbranding en verhoogde emissies.

Olielekkage

Als er olie in de verbrandingskamer terechtkomt, kan dit blauwe rook veroorzaken. Versleten lagers, een defecte koppakking of lekkende klepzittingen kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn. Een langdurig olielek kan niet alleen de prestaties van de motor verminderen, maar ook zorgen voor koolstofafzettingen in de cilinders.

Slecht werkende brandstofinspuitapparatuur

Een defecte verstuiver of brandstofpomp kan zorgen voor overmatig roken en een inefficiënte motorwerking. Slechte inspuiting kan leiden tot brandstofdruppels die niet goed verdampen, waardoor onvolledige verbranding en extra roetvorming ontstaat.

Problemen met de koelwaterkringloop

Een defecte thermostaat of een koelvloeistoflek kan leiden tot witte rook en motorproblemen. Dit kan de motorruimte beschadigen en de motorprestaties verminderen. Een slecht functionerend koelsysteem kan er bovendien voor zorgen dat de motor oververhit raakt, wat uiteindelijk leidt tot ernstige schade aan de cilinders en zuigers.

Een verstopte luchtfilter kan zorgen voor zwarte rook

Hoe los je rookproblemen bij een dieselmotor op?

Om rookproblemen te verhelpen, moet je de onderliggende oorzaak aanpakken. Hier zijn enkele praktische oplossingen.

Onderhoud en controle van de brandstof

Controleer de brandstofkwaliteit en vervang regelmatig het brandstoffilter. Gebruik diesel van goede kwaliteit en zorg ervoor dat de brandstofpomp en verstuivers goed werken. Regelmatig een brandstofadditief gebruiken kan helpen om verstuivers schoon te houden en vervuiling te voorkomen.

Kleppen stellen en klepspeling controleren

Slechte compressie en klepproblemen kunnen leiden tot rookontwikkeling. Controleer en stel de kleppen regelmatig af. Onjuiste klepspeling kan ook leiden tot verhoogde slijtage aan de nokkenas en slechte motorprestaties.

Olielekkages opsporen en verhelpen

Controleer de koppakking, klepzittingen en lagers op lekkages en vervang defecte pakkingen of versleten onderdelen. Voortdurende olielekkage kan leiden tot overmatige koolstofafzetting en een vervuild inlaatsysteem.

Luchtfilter en inlaat controleren

Een verstopte luchtfilter kan zorgen voor een slechte verbranding en zwarte rook. Maak het luchtfilter regelmatig schoon en controleer de inlaat op verstoppingen. Een vieze luchtinlaat kan het brandstof-luchtmengsel verstoren en de prestaties van de motor drastisch verminderen.

Koelsysteem controleren

Een defecte thermostaat of lekkend koelwater kan witte rook veroorzaken. Zorg voor een goed werkend koelsysteem om schade aan de motor te voorkomen. Controleer regelmatig de koelvloeistofniveaus en let op ongewone drukopbouw in het koelsysteem, wat kan duiden op een interne lekkage.

Koop onderdelen voor je boot bij AB Marine Service

Bij AB Marine Service vind je een ruim assortiment technische watersportonderdelen voor binnenboordmotoren, aandrijvingen en meer. Of je nu een nieuw brandstoffilter, pakkingen of een luchtfilter nodig hebt, wij bieden hoogwaardige producten en deskundig advies.

Wij helpen je bij het vinden van de juiste onderdelen, zodat je dieselmotor weer optimaal functioneert en je met vertrouwen het water op kunt. Zit je met vragen? Neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag verder om het juiste product voor jouw probleem te vinden.

Geplaatst op Geef een reactie

Ontluchten dieselmotor boot: klaar in 7 stappen

Een dieselmotor op je boot is betrouwbaar, maar kan stilvallen als er lucht in het brandstofsysteem zit. Dit kan gebeuren na het vervangen van het brandstoffilter, bij het leegraken van de brandstoftank of door een lekkage.

In deze blog leer je stap voor stap hoe je een dieselmotor op een boot correct ontlucht, zodat je snel weer zorgeloos het water op kunt. Een goed onderhouden brandstofsysteem voorkomt startproblemen en verlengt de levensduur van je motor.

Benodigdheden voor het ontluchten van een dieselmotor

Voor een succesvolle ontluchting van je dieselmotor heb je een aantal gereedschappen en materialen nodig. Hieronder zetten we ze op een rij.

  • Ringsleutel of steeksleutel (meestal 10 of 12 mm, passend op de ontluchtingsbout).
  • Doek om gemorste diesel op te vangen.
  • Opvangbak voor brandstof.
  • Handmatige of elektrische brandstofpomp.
  • Extra dieselbrandstof om het systeem bij te vullen.
  • Schroevendraaier voor eventuele slangklemmen.
  • Zaklamp om slecht verlichte plekken beter te kunnen zien.
  • Keukenrol of absorberende doekjes voor extra schoonmaak.

Het hebben van de juiste gereedschappen bespaart je tijd en voorkomt frustratie tijdens het ontluchten. Zorg er ook voor dat je in een goed geventileerde omgeving werkt, zodat je niet te veel dampen inademt.

Stapsgewijze handleiding: dieselmotor ontluchten

De ontluchting van een diesel brandstofsysteem kun je prima zelf uitvoeren. Volg onderstaande stappen zorgvuldig om lucht uit het brandstofsysteem te verwijderen.

Stap 1: Controleer de brandstoftoevoer

Controleer of er voldoende brandstof in de tank zit. Is de tank leeg geweest? Vul deze dan eerst bij en wacht een paar minuten, zodat de leidingen zich deels kunnen vullen. Ontluchten heeft namelijk geen zin als er geen brandstof beschikbaar is.

Daarnaast is het slim om te controleren of de diesel schoon is. Verontreinigingen zoals water, vuil of bacteriegroei kunnen de brandstofleidingen en filters verstoppen. Dit kun je checken door wat diesel uit de leiding of het brandstoffilter in een doorzichtige bak op te vangen. Zie je troebelheid, waterdruppels of vuil? Dan is het verstandig om eerst het brandstoffilter te vervangen, zodat je voorkomt dat verstoppingen later alsnog problemen veroorzaken.

Stap 2: Open de ontluchtingsbouten

Zoek de ontluchtingsbouten op de brandstofpomp, het filterhuis en de verstuivers. Deze bouten zijn speciaal ontworpen om lucht uit het brandstofsysteem te laten ontsnappen. Afhankelijk van je motor kunnen er één of meerdere ontluchtingsbouten aanwezig zijn. Raadpleeg eventueel de handleiding van je motor om de exacte locaties te vinden. 

Gebruik een steeksleutel om de bouten voorzichtig los te draaien. Begin meestal bij de brandstoffilter en werk richting de verstuivers. Let op dat je de bouten niet helemaal verwijdert; ze moeten alleen zover open dat de lucht kan ontsnappen. Het is handig om een doek onder de bouten te plaatsen om gemorste diesel op te vangen en zo vervuiling van je motorruimte te voorkomen.

Brandstoffilter diesel Delphi Dubbel met waterafscheider m14x1.5 Second Image
Lucht of vuil in je brandstoffilter kan de hele brandstoftoevoer verstoren.

Stap 3: Gebruik de opvoerpomp

Als je motor een handmatige opvoerpomp heeft, gebruik dan de hendel om brandstof door het systeem te pompen. Bedien de pomp meerdere keren totdat er diesel zonder luchtbellen uit de ontluchtingspunten stroomt. Dit kan even duren, afhankelijk van hoeveel lucht er in het systeem zit.

Blijf pompen totdat er een constante stroom brandstof zichtbaar is en controleer of er geen brandstoflekkages ontstaan bij de aansluitingen. Als je ergens diesel ziet lekken, draai dan de verbindingen voorzichtig iets vaster en controleer opnieuw.

Stap 4: Start de elektrische brandstofpomp (indien aanwezig)

Sommige motoren hebben een elektrische brandstofpomp die automatisch ontlucht. In dat geval hoef je alleen het contact een paar keer aan en uit te zetten om het systeem te vullen. Raadpleeg bij twijfel de handleiding van je motor. 

Bij motoren met een elektrische brandstofpomp helpt deze om het systeem automatisch te vullen. Zet het contact aan en laat de pomp draaien totdat er geen lucht meer ontsnapt. Dit proces kan enkele seconden tot een paar minuten duren, afhankelijk van de lengte van de brandstofleidingen en de hoeveelheid lucht in het systeem.

Controleer tijdens dit proces of er een duidelijk hoorbaar verschil is in het geluid van de pomp. In het begin kan de pomp gorgelend of luidruchtig klinken, omdat er lucht door het systeem wordt gepompt. Naarmate de leidingen zich vullen, wordt het geluid regelmatiger en stiller. Dit is een teken dat de lucht effectief uit het systeem is verdreven.

Sommige elektrische pompen schakelen automatisch uit zodra het systeem volledig gevuld is. Als jouw pomp blijft draaien met een onregelmatig geluid of geen diesel aanzuigt, controleer dan of er geen verstopping of lekkage in de brandstofleidingen zit.

Stap 5: Ontlucht het fijnfilter en voorfilter

Om alle lucht uit het brandstofsysteem te krijgen, moet je zowel het fijnfilter als het voorfilter ontluchten. Dit voorkomt dat er luchtbellen in de leidingen blijven zitten, wat motorproblemen kan veroorzaken.

Zoek de ontluchtingsbouten op het filterhuis en de voorfilter. Draai deze voorzichtig los met een steeksleutel en wacht tot er een constante stroom diesel zonder luchtbellen uitkomt. Sommige systemen hebben een klein handpompje op het filterhuis om het proces te versnellen. Als je dit hebt, pomp dan een paar keer terwijl de bouten openstaan.

Draai de bouten daarna weer stevig dicht, maar niet te strak. Gebruik vingerkracht + een klein beetje extra met de sleutel om te voorkomen dat je de schroefdraad beschadigt.

Controleer tot slot de staat van de filters. Als de brandstof die eruit komt troebel, donker of vervuild is, kan het slim zijn om het filter te vervangen voordat je verdergaat.

Stap 6: Ontlucht de verstuivers

Als de motor nog steeds niet start na het ontluchten van de filters, kan er nog lucht in de hogedrukleidingen naar de verstuivers zitten. In dat geval is het nodig om de verstuivers handmatig te ontluchten. Draai de brandstofleidingen bij de verstuivers een halve slag los met een steeksleutel. Zorg ervoor dat je een doek klaar hebt liggen om gemorste brandstof op te vangen.

Start de motor en laat hem kort aanslaan. Zodra je ziet dat er diesel zonder luchtbellen uit de leidingen komt, draai je ze één voor één weer stevig vast. Let op: Draai ze niet té strak vast; handvast + een klein beetje extra is voldoende.

Laat de motor na het ontluchten een paar minuten stationair draaien. Dit zorgt ervoor dat eventuele laatste luchtbelletjes uit het systeem verdwijnen en de motor weer soepel loopt.

Stap 7: Controleer op lekkages

Nu het brandstofsysteem ontlucht is, is het belangrijk om alle bouten en aansluitingen te controleren op lekkages. Zelfs een kleine lekkage kan ervoor zorgen dat er opnieuw lucht in het systeem komt, wat startproblemen of een slecht lopende motor kan veroorzaken.

Start de motor en laat hem stationair draaien. Controleer met een zaklamp of er ergens diesel lekt bij de brandstoffilters, opvoerpomp, brandstofleidingen en verstuivers. Een druppelende of vochtige aansluiting wijst erop dat een fitting niet goed is afgedicht. Draai deze voorzichtig iets vaster, maar voorkom dat je de bouten te strak aandraait.

Inspecteer ook de brandstofslangen op scheurtjes, broosheid of slijtage. Een versleten slang kan niet alleen lekkages veroorzaken, maar ook lucht aanzuigen, wat het ontluchten weer ongedaan maakt.

Door deze stappen te volgen, zorg je ervoor dat jouw dieselmotor goed ontlucht wordt en je zonder problemen verder kunt varen. Heb je nog vragen? Neem contact met ons op. Wij helpen je graag verder!

Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt

1. Niet volledig ontluchten

Lucht kan zich ophopen in verschillende delen van het brandstofsysteem. Ontlucht altijd alle relevante componenten: opvoerpomp, filterhuis en verstuivers. Zelfs een kleine hoeveelheid lucht kan ervoor zorgen dat de motor slecht loopt of niet start. Werk daarom systematisch en sla geen enkele stap over.

2. De brandstoftank niet controleren

Een bijna lege brandstoftank kan opnieuw lucht in het systeem trekken. Zorg dat je altijd voldoende brandstof hebt. Controleer ook de tank op vuil en water, aangezien deze onzuiverheden ernstige schade aan het brandstofsysteem kunnen veroorzaken. Overweeg het plaatsen van een waterafscheider om je motor te beschermen tegen vochtproblemen.

3. De opvoerpomp niet goed bedienen

Bij een handmatige opvoerpomp moet je de hendel vaak meerdere keren goed indrukken om voldoende druk op te bouwen. Als je de pomp niet goed bedient, kan er lucht in het systeem blijven zitten, wat tot opstartproblemen leidt. Neem de tijd om grondig te pompen en luister goed naar het geluid van de brandstofstroom.

4. Ontluchtingsbouten niet goed dichtdraaien

Als de bouten niet goed zijn dichtgedraaid, kan er lucht binnendringen, waardoor de motor slecht draait of niet start. Controleer alle bouten en draai ze stevig vast, maar pas op dat je ze niet te strak aandraait om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen. Gebruik indien nodig een momentsleutel om de juiste spanning aan te houden.

5. Vervuild brandstoffilter negeren

Een verstopt filter kan de brandstoftoevoer belemmeren. Controleer en vervang brandstoffilters regelmatig om problemen te voorkomen. Als je merkt dat de brandstof donker of troebel is, kan dat wijzen op vervuiling of bacteriegroei in de tank. Overweeg om je tank periodiek te reinigen en gebruik een brandstofadditief om bacterievorming tegen te gaan.

Koop je technische onderdelen bij AB Marine Service

Bij AB Marine Service vind je een ruim assortiment onderdelen voor jouw binnenboord dieselmotor. Van brandstoffilters en opvoerpompen tot complete brandstofsystemen: wij hebben alles in huis om jouw motor soepel te laten draaien. Onze experts helpen je graag met deskundig advies en praktische tips om je motor in topconditie te houden. Bestel eenvoudig online of neem contact op voor meer informatie.

Geplaatst op Geef een reactie

Demperplaat vervangen: zo vervang je de demperplaat van je boot

De demperplaat speelt een belangrijk onderdeel in de aandrijflijn van je boot. Hij bevindt zich tussen het vliegwiel en de keerkoppeling en dempt trillingen en schokken voor een soepelere aandrijving.

Wanneer de demperplaat versleten raakt, kunnen er problemen ontstaan zoals trillingen, geluiden en een onregelmatige aandrijving. In deze blog lees je waarom en wanneer je een demperplaat moet vervangen, hoe je dat doet en hoe je de juiste demperplaat kiest voor jouw boot.

Waarom en wanneer moet je een demperplaat vervangen?

De demperplaat van je boot slijt na verloop van tijd. Een versleten demperplaat kan zorgen voor storingen en ongemakken. Hieronder behandelen we enkele veelvoorkomende problemen die aangeven dat de demperplaat aan vervanging toe is.

Trillingen en geluiden in de keerkoppeling

Wanneer je merkt dat je keerkoppeling enigszins trilt of ongebruikelijke geluiden maakt, kan dit duiden op slijtage van de demperplaat. De kunststof nokken of veren in de demperplaat kunnen hun dempende werking verliezen, waardoor trillingen direct worden overgebracht naar de aandrijving. Dit kan resulteren in extra slijtage aan andere onderdelen van je keerkoppeling, zoals lagers en tandwielen.

Problemen bij lage toerentallen

Een versleten demperplaat kan problemen veroorzaken bij lage toerentallen. Dit kan zich uiten in een onregelmatige aandrijving of schokken bij het inschakelen van de keerkoppeling. Dit is vooral merkbaar bij het manoeuvreren van de boot in de haven of bij het aanmeren, wanneer de motor op lage toerentallen draait.

Gerammel en klappen uit de keerkoppeling

Als je keerkoppeling een klap geeft bij het schakelen of als je een gerammel hoort, kan dat een teken zijn dat de demperplaat niet meer optimaal functioneert en vervangen moet worden. De vertanding van de plaat kan versleten zijn, waardoor de keerkoppeling niet meer soepel inschakelt.

Deze demperplaat Ø 266,7 mm 135 Nm 33º met kunststof tussenschijf heeft ten opzichte van een veer demperplaat een bijzonder goede geluidsreductie.
Deze demperplaat Ø 266,7 mm 135 Nm 33º met kunststof tussenschijf heeft ten opzichte van een veer demperplaat een bijzonder goede geluidsreductie.

Stapsgewijze uitleg: vervangen van de demperplaat

Het vervangen van een demperplaat is een klus die met de juiste voorbereiding goed te doen is. Hieronder lees je hoe je dit aanpakt. We beginnen met een lijst van het benodigd gereedschap om deze speciale plaat te vervangen:

  • Dopsleutelset
  • Momentsleutel
  • Schroevendraaiers
  • Krik of takel (om de motor iets te verplaatsen)
  • Nieuwe demperplaat
  • Veiligheidsbril en handschoenen
  • Remmenreiniger (om onderdelen schoon te maken)

Stap 1 – Voorbereiding: Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld en dat je veilige toegang hebt tot de keerkoppeling. Verwijder de kap of het luik zodat je goed bij de keerkoppeling en het vliegwiel kunt. Controleer de omgeving op losse onderdelen en zorg ervoor dat je werkt op een stabiele ondergrond.

Stap 2 – Keerkoppeling losmaken: Maak de bouten waarmee de keerkoppeling gemonteerd is los. Soms is het nodig om de motor iets te liften met een takel of krik om de keerkoppeling beter te kunnen bereiken. Zorg ervoor dat de keerkoppeling goed ondersteund wordt, zodat deze niet onverwachts kan vallen.

Stap 3 – Oude demperplaat verwijderen: De demperplaat bevindt zich tussen het vliegwiel en de keerkoppeling. Schroef de oude plaat los en let op hoe deze gemonteerd zit, zodat je de nieuwe demperplaat op dezelfde manier kunt plaatsen. Controleer de oude demperplaat op tekenen van slijtage, zoals scheuren, versleten veren of afgebroken kunststof nokken.

Stap 4 – Nieuwe demperplaat monteren: Plaats de nieuwe demperplaat en zorg ervoor dat de schroeven goed vastzitten. Controleer of de vertanding en de driehoek van de plaat correct uitgelijnd zijn met de keerkoppeling. Het is belangrijk om de juiste demperplaat te kiezen met de correcte diameter en specificaties voor jouw motor en keerkoppeling.

Stap 5 – Keerkoppeling terugplaatsen: Monteer de keerkoppeling weer op de motor en draai de bouten vast met de aanbevolen aandraaimomenten. Controleer of alles stevig zit en of er geen speling is. Een slecht gemonteerde keerkoppeling kan schade veroorzaken aan zowel de motor als de aandrijving.

Stap 6 – Test de motor: Start de motor en let op trillingen, geluiden of andere signalen die kunnen duiden op een onjuiste montage. Laat de motor op verschillende toerentallen draaien en schakel de keerkoppeling een paar keer in en uit. Als alles soepel werkt, is de klus succesvol geklaard!

Deze demperplaat Ø 266,7 mm 135 Nm 33º met kunststof tussenschijf heeft ten opzichte van een veer demperplaat een bijzonder goede geluidsreductie.
Deze demperplaat Ø 266,7 mm 135 Nm 33º met kunststof tussenschijf heeft ten opzichte van een veer demperplaat een bijzonder goede geluidsreductie.

De juiste demperplaat kiezen voor jouw boot

Heb je een nieuwe keerkoppeling of weet je niet zeker welke demperplaat in jouw boot past? Dan is het belangrijk om de juiste te kiezen. Een verkeerde plaat kan trillingen veroorzaken en je keerkoppeling sneller laten slijten.

Type boot

Verschillende boten vereisen verschillende demperplaten. Bijvoorbeeld, een Indenor-dieselmotor vereist vaak een andere plaat dan een Volvo Penta-motor. Ook de belasting van de motor en keerkoppeling speelt een rol bij de keuze van de juiste demperplaat.

Type keerkoppeling

De keerkoppeling bepaalt mede welke demperplaat je nodig hebt. Populaire types zoals de PRM Delta en ZF-keerkoppelingen hebben specifieke demperplaten. Controleer de omschrijving van je keerkoppeling om de juiste keuze te maken. De vertanding en bevestiging van de demperplaat moeten exact overeenkomen met die van je keerkoppeling.

Afmetingen en specificaties

Let op de diameter, vertanding en veren van de demperplaat. Deze moeten overeenkomen met de specificaties van je motor en keerkoppeling voor optimale demping en prestaties. Een verkeerde demperplaat kan leiden tot extra slijtage en onnodige kosten.

Let op het koppel van je motor!

Het koppel van je motor, uitgedrukt in Newtonmeter (Nm), geeft aan hoeveel kracht de motor levert bij een bepaald toerental. Dit is belangrijk bij het kiezen van de juiste demperplaat, omdat die bestand moet zijn tegen het koppel van je motor. Weet je het koppel niet? Bereken het eenvoudig met onze koppel calculator.

Demperplaten van AB Marine Service

Bij AB Marine Service vind je een breed assortiment demperplaten voor verschillende keerkoppelingen en motoren. Onze producten zijn zorgvuldig geselecteerd en voorzien van een duidelijke omschrijving en waardering van klanten. Wij bieden demperplaten van hoogwaardige materialen, speciaal ontworpen voor optimale prestaties en een lange levensduur.

Met deze handleiding kun je zelf je demperplaat vervangen en zorg je ervoor dat je boot weer optimaal functioneert. Heb je vragen of wil je advies over de juiste demperplaat? Neem gerust contact op met AB Marine Service. Wij helpen je graag verder.

Voor en na het vervangen van de demperplaat

Benieuwd naar het verschil? In de onderstaande video’s zie je hoe de geluidskwaliteit verandert na het vervangen van de demperplaat.

Geplaatst op 1 reactie

Olie viscositeit: zo kies je de juiste olie voor de motor van je boot

motorolie

Olieviscositeit is een van de belangrijkste eigenschappen van motorolie en bepaalt hoe goed de olie stroomt bij verschillende temperaturen. De juiste viscositeit hangt af van je motor en de omstandigheden waarin je vaart. Een te dikke olie biedt te veel weerstand en kan de motor moeilijk laten draaien bij een koude start. Een te dunne olie kan onvoldoende smering bieden, waardoor motoronderdelen sneller slijten. Door de juiste viscositeit te kiezen, zorg je voor een goede balans tussen smering, bescherming en brandstofverbruik, afgestemd op jouw motor en vaaromstandigheden.

In deze blog leggen we alles uit over de viscositeit van motorolie. Zo kies je straks gemakkelijk de juiste olie voor de motor van je boot.

Hoge en lage viscositeit

Viscositeit wordt vaak aangeduid als “hoge viscositeit” of “lage viscositeit”. 

  • Lage viscositeit (dunne olie): Stroomt makkelijker en is ideaal voor koude starts en lage temperaturen.
  • Hoge viscositeit (dikke olie): Blijft beter op zijn plek bij hoge temperaturen en zware belasting, wat extra bescherming biedt.

De juiste balans tussen dikte en vloeibaarheid zorgt ervoor dat je motor optimaal presteert onder alle omstandigheden.

Waarom de juiste viscositeit belangrijk is

De juiste motorolie is belangrijk voor iedere motor. Denk hierbij aan de volgende voordelen:

  • Langere levensduur – Minder slijtage en betere bescherming van cruciale onderdelen zoals lagers en cilinderwanden.
  • Optimale prestaties – Soepele werking bij zowel koude starts als hoge temperaturen.
  • Lagere weerstand – Minder interne wrijving, wat zorgt voor een lager brandstofverbruik.
  • Betere warmteafvoer – Efficiënte koeling voorkomt oververhitting van de motor.

Bij de keuze van motorolie moet rekening worden gehouden met zowel de aanbevelingen van de fabrikant als de gebruiksomstandigheden, zoals temperatuur en belasting.

Hoe lees je de viscositeitswaarde van olie?

Op de verpakking van motorolie staan vaak cijfers, zoals 5W30 of 10W40. Deze cijfers geven de viscositeit van de olie aan bij verschillende temperaturen.

Het eerste getal: koude toestand

Het eerste getal (zoals 5 in 5W30) geeft aan hoe goed de olie stroomt bij lage temperaturen. Hoe lager dit getal, hoe dunner de olie bij een koude motor. Dit helpt bij een snelle smering bij een koude start. Dit is vooral belangrijk in koude klimaten, waar een te dikke olie ervoor kan zorgen dat de motor moeilijk start.

Een olie met een lager eerste cijfer (zoals 0W of 5W) blijft soepeler in koude omstandigheden en is ideaal voor motoren die ook bij lage temperaturen probleemloos moeten starten. Olie met een hoger eerste cijfer (zoals 10W of 15W) wordt bij kou sneller stroperig, waardoor de motor moeilijker kan starten en de olie trager door het systeem wordt gepompt.

Dit is vooral van belang in koude klimaten of als je jouw boot gebruikt in de winter. Een olie met een lagere winterwaarde (zoals 0W of 5W) is dan vaak de betere keuze. Gebruik je de boot alleen in de zomer of in warmere gebieden? Dan kan een iets hogere waarde, zoals 10W of 15W, ook geschikt zijn.

De letter W: winterwaarde

De W in de code staat voor “Winter” en geeft aan hoe de olie presteert bij koude temperaturen. Dit betekent dat de olie getest is op een specifieke temperatuur om te zien hoe vloeibaar deze blijft. Hoe dunner de olie bij kou, hoe beter deze door de motor stroomt en de essentiële onderdelen bereikt. Een olie die te dik wordt bij lage temperaturen, kan voor extra slijtage zorgen, omdat het langer duurt voordat alle onderdelen goed gesmeerd zijn.

Het tweede getal: warme toestand

Het tweede getal in de code, zoals de 30 in 5W30, geeft de viscositeit van de olie aan bij een warme motor. Hoe hoger dit getal, hoe dikker de olie blijft bij hoge temperaturen. Dit is belangrijk, want bij langdurig gebruik of zware belasting wordt de olie dunner, en een te dunne olie kan de motor onvoldoende beschermen.

Een olie met een lager tweede getal (zoals 30) is dunner bij hoge temperaturen en geschikt voor motoren die minder zwaar belast worden of efficiënter werken bij lagere viscositeit. Olie met een hoger tweede getal (zoals 40 of 50) blijft dikker bij warmte en biedt meer bescherming bij zware belasting, hoge toerentallen of langdurig gebruik.

Als je bijvoorbeeld vaak lange tochten maakt of de motor flink belast, is een olie met een hogere warme-waarde, zoals 10W40 of 15W50, een betere keuze. Deze olie blijft dik genoeg om onderdelen goed te beschermen. Voor lichtere motoren of minder intensief gebruik is een olie zoals 5W30 vaak voldoende.

Deze motorolie wordt bij kou sneller stroperig en is bij hoge temperaturen juist dunner

Synthetische of conventionele olie voor je motor?

Bij de keuze van motorolie heb je de optie tussen synthetische olie en minerale motorolie. 

Synthetische motorolie

Synthetische olie is chemisch gezuiverd en biedt een stabielere viscositeit. Het heeft voordelen zoals:

  • Betere prestaties bij zowel lage als hoge temperaturen
  • Langere levensduur en minder snel vuil worden
  • Lagere weerstand en lager brandstofverbruik
  • Verbeterde bescherming tegen slijtage en oxidatie
  • Betere reinigende werking, waardoor de motor schoner blijft

Door deze voordelen is synthetische olie vooral geschikt voor moderne motoren, intensief gebruik en zware belasting, zoals bij lange vaartochten of hoge toerentallen.

Minerale motorolie

Minerale olie wordt direct uit ruwe aardolie geraffineerd en is minder geraffineerd dan synthetische oliën. Het kan sneller vuil worden en biedt minder bescherming bij extreme temperaturen. Minerale olie is doorgaans goedkoper, maar vereist vaker verversing.

Minerale olie is vooral geschikt voor oudere motoren die niet ontworpen zijn voor synthetische olie, of voor motoren die in een mild klimaat en met minder intensief gebruik worden ingezet.

Multigrade versus monograde olie

Bij motorolie wordt er ook onderscheid gemaakt tussen multigrade en monograde olie.

  • Multigrade olie, zoals 10W40, is ontworpen om goed te presteren bij verschillende temperaturen. Dit maakt het de beste keuze voor de meeste moderne bootmotoren, omdat het zich aanpast aan wisselende weersomstandigheden en motortemperaturen.
  • Monograde olie heeft daarentegen een constante viscositeit en is minder flexibel bij temperatuurschommelingen. Dit type olie wordt vooral gebruikt in klassieke motoren of bij toepassingen waar de motor altijd in een stabiele temperatuur werkt, zoals bij stationaire motoren.

Voor de meeste boten is multigrade olie de beste keuze, omdat deze zich aanpast aan zowel koude starts als hoge belasting.

Welke olie is geschikt voor jouw bootmotor?

De keuze voor de juiste motorolie hangt af van het type bootmotor en de omstandigheden waarin je vaart.

Buitenboordmotoren

Buitenboordmotoren werken anders dan binnenboordmotoren, omdat ze sneller afkoelen en vaak onder wisselende omstandigheden draaien. Voor deze motoren wordt meestal een dunnere olie, zoals 10W30, aanbevolen. Een dunne olie zorgt ervoor dat de motor soepel blijft lopen en bij een koude start snel de benodigde smering krijgt.

Omdat buitenboordmotoren vaak in vochtige omgevingen worden gebruikt, is synthetische olie een goede keuze. Dit type olie blijft langer schoon, biedt betere bescherming tegen corrosie en verlengt de levensduur van de motor.

Binnenboordmotoren

Binnenboordmotoren draaien onder hogere temperaturen en zwaardere belasting dan buitenboordmotoren. Dit betekent dat een dikkere motorolie, zoals 15W40, vaak de beste keuze is. Een dikkere olie vormt een sterkere smeerfilm, waardoor de motor beter beschermd is tegen slijtage en hitte.

Bij langdurig gebruik of zware belasting, zoals bij motoren die veel toeren draaien op lange vaartochten, kan een olie met een hogere viscositeit nog beter zijn. Dit helpt overmatige slijtage te voorkomen en zorgt ervoor dat de olie niet te dun wordt bij hogere temperaturen.

Diesel versus benzinemotoren

Dieselmotoren en benzinemotoren vereisen verschillende soorten olie, omdat de interne werking en de temperaturen verschillen.

  • Dieselmotoren hebben vaak een dikkere olie nodig vanwege de hogere compressie en interne temperaturen. Voor deze motoren wordt meestal een multigrade olie zoals 15W40 of 10W40 aanbevolen. Dit zorgt voor een stabiele viscositeit en goede bescherming tegen roetvorming en slijtage.
  • Benzinemotoren draaien op lagere compressie en kunnen vaak met een dunnere olie, zoals 5W30 of 10W30, prima functioneren. Dit helpt bij een snellere smering en een efficiënter brandstofverbruik.

Weersomstandigheden

Naast het type motor spelen ook de weersomstandigheden een belangrijke rol bij de keuze van de juiste olie.

  • In koude temperaturen is een olie met een lage viscositeit, zoals 5W30, beter geschikt. Deze blijft vloeibaar bij lage temperaturen en stroomt sneller door de motor bij een koude start.
  • In warme klimaten of bij intensief gebruik biedt een dikkere olie, zoals 15W40, betere bescherming. Dikkere olie verdampt minder snel en blijft langer stabiel bij hoge temperaturen.

Kies de juiste olie bij AB Marine Service

Bij AB Marine Service begrijpen we hoe belangrijk de juiste olie is voor je bootmotor. Ons assortiment bevat diverse uitvoeringen van synthetische en minerale olie, afgestemd op verschillende motoren en omstandigheden.

Wil je zeker weten welke olie geschikt is voor jouw boot? Op de website van Kroon Oil kun je eenvoudig zoeken op motortype om de juiste olie te vinden. Met deze informatie kun je vervolgens de olie bij ons bestellen, zodat je motor altijd optimaal beschermd is. Ook kun je contact opnemen met ons voor deskundig advies! Wij bieden oplossingen voor elke bootmotor, zodat jij zorgeloos kunt genieten van je tijd op het water.

Geplaatst op 2 reacties

Brandstoffilter vervangen van je boot? Dat doe je zo

Het brandstoffilter vervangen is een belangrijk onderdeel van het onderhoud van de dieselmotor in je boot. Dit filter voorkomt dat onzuiverheden, zoals vuil en water, de motor bereiken via de brandstof. Zonder een goed werkend brandstoffilter riskeer je startproblemen, verminderde motorprestaties en zelfs ernstige motorschade.

In deze blog leggen we stap voor stap uit hoe je een nieuw brandstoffilter installeert, welke gereedschappen je nodig hebt en hoe je fouten kunt voorkomen. Of je nu een ervaren doe-het-zelver bent of net begint, deze handleiding helpt je op weg.

Wat je nodig hebt om een brandstoffilter te vervangen

Een goede voorbereiding is het halve werk. Voordat je begint met het vervangen van het brandstoffilter, zorg je ervoor dat je alle benodigde materialen en gereedschappen bij de hand hebt. Dit voorkomt niet alleen vertragingen, maar minimaliseert ook het risico op fouten.

Algemene benodigdheden

Voor elk type filter heb je de volgende items nodig.

  • Doeken of absorberend materiaal: Onmisbaar om gemorste brandstof op te vangen en je werkomgeving schoon te houden.
  • Een opvangbak: Voor het opvangen van vervuilde brandstof en eventuele lekkages.
  • Een nieuw brandstoffilter: Zorg ervoor dat je het juiste model kiest dat past bij jouw motor. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de motor of vraag advies bij onze specialisten.
  • Gereedschap: Denk aan schroevendraaiers, moersleutels en een filtertang. Deze zijn nodig voor het los- en vastmaken van het filter.

Specifieke benodigdheden per filtertype

  • Opschroeffilters: Een filtersleutel om het oude filter los te draaien. Indien nodig een rubberen afdichtring om een perfecte afdichting te garanderen.
  • Cassettetypen: Extra afdichtingsringen. Deze worden vaak geleverd met het nieuwe filter, maar controleer altijd of deze aanwezig zijn.
  • Separfilters: Een separfilter is ontworpen om water en vuil uit de brandstof te scheiden en deze bevat een waterafstotend filterelement. Het is belangrijk om te controleren of het filterelement herbruikbaar is en of er specifieke reinigingsmiddelen nodig zijn. Daarnaast is het aan te raden om een reservefilterelement bij de hand te hebben voor het geval het oude filter niet meer bruikbaar is.

Stap-voor-stap handleiding voor het vervangen van een brandstoffilter

Het vervangen van een brandstoffilter lijkt misschien ingewikkeld, maar met deze gestructureerde aanpak is het een klus die je zelf kunt uitvoeren. Hieronder vind je een gedetailleerde handleiding per type filter.

Voorbereiding

  1. Zet de motor uit: Schakel de motor uit en wacht tot deze volledig is afgekoeld. Dit voorkomt brandgevaar en minimaliseert het risico op brandwonden.
  2. Werk in een goed geventileerde ruimte: Brandstofdampen kunnen schadelijk en brandbaar zijn.
  3. Schakel de brandstoftoevoer uit: Sluit de brandstoftoevoerkraan om te voorkomen dat er brandstof door het systeem blijft stromen tijdens de vervanging. Controleer of er geen lekkage is bij de afsluiter, vooral bij oudere brandstofleidingen.
  4. Plaats een opvangbak: Plaats een olie- en brandstofbestendige opvangbak onder het filter om eventuele lekkende brandstof op te vangen. Gebruik een doekom kleine morsingen direct te kunnen opruimen.

Opschroeffilter vervangen

  1. Draai het oude filter los: Gebruik een filtersleutel om het filter voorzichtig los te draaien. Let op dat je de rubberen afdichtring verwijdert als deze op de motor is achtergebleven, want een achtergebleven ring kan lekkages veroorzaken.
  2. Controleer de nieuwe afdichtring: Smeer een dunne laag dieselolie op de afdichtring. Dit zorgt voor een betere afdichting en voorkomt dat het filter te strak vast komt te zitten.
  3. Vul het nieuwe filter met schone diesel: als je motor een mechanischebrandstofpomp heeft, dan vul je het nieuwe opschroef filter eerst met schone diesel. Dit voorkomt luchtbellen in het brandstofsysteem. (Let op: bij moderne motoren met een elektrische pomp is dit niet nodig. Hier kan het juist averechts werken en vuil naar de injectoren sturen. De handleiding van de motor is leidend voor deze stap)
  4. Monteer het nieuwe filter: Schroef het filter met de hand vast tot het goed aansluit en draai vervolgens nog ongeveer een kwartslag extra. Gebruik geen filtersleutel om het nieuwe filter vast te draaien, dit kan de afdichting beschadigen.

Cassettetypen vervangen

  1. Verwijder de behuizing: Gebruik het juiste gereedschap (meestal een moersleutel of schroevendraaier) om de filterbehuizing voorzichtig los te schroeven en verwijder het oude filterelement.
  2. Reinig de behuizing: Gebruik een pluisvrije doek om de binnenkant van de behuizing schoon te maken. Vermijd agressieve schoonmaakmiddelen, want deze kunnen afdichtingen aantasten. Controleer of er oude afdichtingsringen in de behuizing zijn achtergebleven en verwijder deze.
  3. Plaats het nieuwe filter: Plaats het nieuwe cassettefilter en zorg dat de afdichtingsring goed op zijn plek zit en niet verdraaid zitten. Schroef de behuizing stevig vast, maar draai niet te strak om schade aan de afdichtingen te voorkomen.

Separfilter vervangen of reinigen

  1. Haal het filterelement eruit: Verwijder het filterelement en voer het filter en de oude brandstof af.
  2. Vul de behuizing: Vul de filterbehuizing met schone brandstof en monteer het filter terug. Controleer na het monteren of er geen brandstof lekt bij de aansluitingen.

Ontluchten van het brandstofsysteem

Na het vervangen van het brandstoffilter moet je het brandstofsysteem ontluchten om te voorkomen dat lucht in de leidingen motorstoringen of startproblemen veroorzaakt. Niet alle motoren hebben een handmatige ontluchting, dus controleer de handleiding van jouw motor voor de juiste procedure.

  1. Controleer of ontluchting nodig is: Sommige moderne motoren met een elektrische brandstofpomp ontluchten automatisch zodra je de sleutel op contact zet. Oudere of mechanische brandstofsystemen moeten handmatig ontlucht worden.
  2. Open de ontluchtingsschroef: Draai de schroef een klein beetje open totdat je brandstof ziet komen.
  3. Pomp met de handbrandstofpomp: Blijf pompen totdat er geen luchtbellen meer in de brandstof zitten.
  4. Sluit de schroef: Draai de schroef stevig dicht, maar niet te strak om beschadiging te voorkomen, en start de motor om te controleren of deze soepel draait.

Veelgemaakte fouten en hoe deze te voorkomen

Zelf het brandstoffilter vervangen kan een uitdaging zijn, vooral als je niet bekend bent met de procedure. Hier zijn enkele veelvoorkomende fouten en tips om ze te vermijden.

Het verkeerde filter gebruiken

Een nieuw brandstoffilter moet altijd compatibel zijn met jouw motor. Het gebruik van een ongeschikt filter kan leiden tot lekkages of onvoldoende filtratie. Controleer altijd de specificaties en gebruik een origineel of door de fabrikant aanbevolen filter

Het systeem niet goed ontluchten

Lucht in het brandstofsysteem kan ernstige gevolgen hebben, zoals startproblemen of een slecht functionerende motor. Zorg ervoor dat je na het vervangen altijd ontlucht.

Oude afdichtingen hergebruiken

Bij het vervangen van een filter is het belangrijk om ook de afdichtingsringen te vervangen. Een beschadigde ring kan leiden tot brandstoflekkage, wat niet alleen inefficiënt is, maar ook gevaarlijk. Gebruik altijd een nieuwe afdichtring en controleer of de oude ring niet is achtergebleven op de motor.

Het filter te strak of te los vastdraaien

Een veelgemaakte fout is het te strak aandraaien van het filter, wat de afdichtring kan beschadigen. Aan de andere kant kan een te los filter lekkages veroorzaken. Draai het filter met de hand vast totdat het goed aansluit en geef daarna nog een kwartslag extra. Gebruik geen gereedschap om het filter strakker aan te draaien, tenzij de fabrikant dit voorschrijft

Geen preventief onderhoud

Wachten tot het brandstoffilter verstopt raakt, kan leiden tot ernstige motorschade. Voer regelmatig preventief onderhoud uit om de levensduur van je motor te verlengen. Je brandstoffilter reinigen is dus geen overbodige luxe.

Waarom een goed functionerend brandstoffilter belangrijk is

Een brandstoffilter speelt een sleutelrol in het garanderen van de goede werking van je motor. Het voorkomt dat ongewenste deeltjes, zoals vuil, roest en water in de brandstof terechtkomen en zo de motor binnendringen. Als dit gebeurt, kan het niet alleen de prestaties van de motor verminderen, maar ook leiden tot ernstige schade.

Bescherming tegen ernstige schade

Wanneer het filter zijn capaciteit om onzuiverheden tegen te houden verliest, kunnen deze alsnog in de motor terechtkomen. Dit kan de injectoren beschadigen of zelfs leiden tot schade aan de brandstofpomp. Injectoren zijn zeer precieze componenten die uiterst gevoelig zijn voor vuil en water. Een beschadigde injector vereist kostbare reparaties of vervanging.

Optimaal brandstofverbruik

Wanneer een brandstoffilter verstopt raakt, kan dit het brandstofverbruik negatief beïnvloeden. Een verstopt filter zorgt ervoor dat de brandstof niet goed doorstroomt, waardoor de motor harder moet werken om de juiste hoeveelheid brandstof te krijgen. Dit leidt niet alleen tot hogere kosten door meer brandstofverbruik, maar kan ook resulteren in verminderde motorprestaties, zoals een afname in vermogen en snelheid.

Langere levensduur van de motor

Een verstopt brandstoffilter kan op de lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de levensduur van je motor. Als vuil en water de motor binnendringen, kunnen deze corrosie veroorzaken in de brandstofleidingen en belangrijke onderdelen, zoals de injectoren en brandstofpomp. Bovendien kunnen deze onzuiverheden ervoor zorgen dat de motor sneller oververhit raakt of zelfs volledig vastloopt.

Hoe herken je een verstopt brandstoffilter?

Het is belangrijk om te weten wanneer een brandstoffilter verstopt raakt, zodat je tijdig kunt ingrijpen. Hier zijn enkele veelvoorkomende symptomen:

  • Startproblemen: Een verstopt filter kan de brandstoftoevoer belemmeren, wat het moeilijk maakt om de motor te starten.
  • Verminderde motorprestaties: Als je merkt dat de motor minder vermogen levert of onregelmatig draait, kan een verstopt filter de oorzaak zijn.
  • Hoger brandstofverbruik: Een inefficiënt brandstofsysteem door een verstopt filter zorgt ervoor dat de motor meer brandstof gebruikt dan normaal.
  • Onregelmatig stationair draaien: Wanneer de motor in stationaire stand niet soepel draait, kan dit wijzen op een blokkade in het filtersysteem.
  • Rook uit de uitlaat: Overmatige of donkere rook kan een teken zijn dat de motor moeite heeft met een goede verbranding door een gebrek aan schone brandstof.

Als je een of meer van deze symptomen opmerkt, is het verstandig om het filter direct te controleren en waarschijnlijk het brandstoffilter preventief te vervangen. Wil je weten hoe je kunt testen wanneer je brandstoffilter aan vervanging toe is? Lees dan onze andere blog waarin we uitleggen wanneer je een brandstoffilter moet vervangen.

Vervang zelf de brandstoffilter van je boot

Het vervangen van het brandstoffilter is een relatief eenvoudige klus die belangrijk is voor het behoud van de prestaties en levensduur van je motor. Met de juiste voorbereiding, het juiste gereedschap en deze uitgebreide handleiding kun je deze klus zelf uitvoeren.

Heb je nog vragen of twijfel je over welk filter je nodig hebt? Neem contact op met onze experts. Ze helpen je graag verder!

Geplaatst op Geef een reactie

Accu parallel of serie? Accu’s schakelen op je boot

accubanken

Het aansluiten van meerdere accu’s gebeurt in de basis op twee manieren: parallel schakelen of serie schakelen. Maar wat is het verschil tussen deze twee methoden? En welke methode past het beste bij jouw behoeften? In deze blog leggen we je alles uit over het veilig en efficiënt aansluiten van accu’s op je boot.

Wat is het verschil tussen parallel en serie schakelen?

Het verschil tussen accu’s parallel schakelen en in serie schakelen draait om hoe je spanning en capaciteit beïnvloedt. Beide methoden hebben hun voordelen en toepassingen.

Parallelschakeling

Bij parallel schakelen verbind je de pluspolen van de accu’s met elkaar, net als de minpolen. Het resultaat? Het voltage blijft hetzelfde, maar de totale capaciteit (Ah) neemt toe.

  • Voorbeeld: Twee 12-volt accu’s van elk 100 Ah leveren samen 12 volt en 200 Ah. Dit betekent dat je meer energie kunt opslaan en verbruiken zonder tussentijds op te laden, wat handig is voor langdurig gebruik.
  • Voordelen van parallelschakeling: Bij parallelschakeling profiteer je van een hogere capaciteit zonder de spanning te verhogen, wat ideaal is voor systemen die op een vaste spanning werken, zoals 12V-installaties in campers, boten en zonne-energieopslag. Doordat je meer energie kunt opslaan, kun je langer gebruik maken van je accubank zonder tussentijds op te laden. Daarnaast wordt de belasting over meerdere accu’s verdeeld, wat de levensduur en efficiëntie van de afzonderlijke accu’s ten goede komt. Omdat de spanning gelijk blijft, is er geen risico op overspanning, waardoor gevoelige apparatuur veilig blijft werken.

Serieschakeling

Bij serie schakelen verbind je de pluspool van de ene accu met de minpool van de andere. Hierdoor wordt het voltage opgeteld, terwijl de capaciteit (Ah) gelijk blijft.

  • Voorbeeld: Twee 12V-accu’s van 100 Ah leveren samen 24 volt en 100 Ah. Dit is vooral handig voor systemen die een hoger voltage vereisen, zoals krachtige omvormers, grote elektrische motoren of industriële toepassingen.
  • Voordelen van serieschakeling: Bij serieschakeling profiteer je van een verhoogd voltage, wat efficiënter energieverbruik mogelijk maakt bij zware toepassingen. Een hoger voltage zorgt ervoor dat de stroomsterkte (Ampère) lager blijft voor dezelfde vermogensvraag, wat leidt tot minder stroomverlies in kabels en minder warmteontwikkeling. Dit maakt het een geschikte keuze voor situaties waarin lange kabels worden gebruikt of waar efficiënt energiebeheer essentieel is.

Wanneer kies je voor serie of parallel schakelen?

Je keuze tussen serie of parallel schakelen hangt sterk af van je energiebehoefte, het type apparatuur dat je gebruikt en je beschikbare ruimte aan boord.

Wanneer kies je voor parallelschakeling?

  • Langere gebruiksduur: Parallel geschakelde accu’s zijn perfect als je een langere periode stroom nodig hebt, bijvoorbeeld voor navigatieverlichting, een koelkast of andere boordapparatuur. Door de hogere capaciteit (Ah) kun je langer gebruik maken van je accubank zonder tussentijds op te laden.
  • Flexibele systeemuitbreiding: Door accu’s parallel te schakelen, kun je eenvoudig de capaciteit vergroten zonder het voltage te veranderen. Dit maakt het mogelijk om een bestaand systeem uit te breiden, zolang de accu’s goed op elkaar zijn afgestemd.

Wanneer kies je voor serieschakeling?

  • Hoger voltage voor krachtige apparatuur: Sommige apparaten, zoals een 24V-omvormer, elektrische lier of boegschroef, vereisen een hoger voltage. In dat geval is serieschakeling essentieel.
  • Efficiënter energiegebruik en minder kabelverlies: Een hoger voltage zorgt ervoor dat je minder stroomsterkte (Ampère) nodig hebt voor hetzelfde vermogen. Dit verkleint stroomverlies in de kabels en maakt het systeem efficiënter.
accu serie schakelen

Stappenplan voor het aansluiten van accu’s in serie of parallel

Het correct aansluiten van accu’s is belangrijk voor zowel de prestaties als de veiligheid. Een foutieve verbinding kan leiden tot beschadiging van je accu’s of apparatuur. Hieronder vind je stapsgewijze instructies voor het aansluiten van meerdere accu’s in serie of parallel.

Algemene voorbereiding

  1. Controleer de accu’s: Zorg dat alle accu’s identiek zijn (merk, type, capaciteit, spanning en productiedatum). Controleer ook of ze dezelfde ladingstoestand (SOC) hebben voordat je ze aansluit. Dit voorkomt ongelijkmatige belasting en verlengt de levensduur.
  2. Gebruik de juiste kabels: Kies voor identieke, dikke kabels van voldoende dikte om stroomverlies te minimaliseren en een stabiele werking te garanderen. Zorg dat de kabels even lang zijn om ongelijke weerstand en belasting te voorkomen.
  3. Zekeringen en beveiliging: Overweeg het gebruik van zekeringen of een accubeveiliger om schade door kortsluiting of overlading te voorkomen.

Accu’s parallel schakelen

  1. Plaats de accu’s: Zet de accu’s naast elkaar en zorg voor goede ventilatie om warmteontwikkeling te beperken.
  2. Verbind de plus- en minpolen: Verbind de pluspool van de ene accu met de pluspool van de andere en doe hetzelfde met de minpolen.
  3. Aansluiten op het systeem: Verbind je belasting (bijvoorbeeld een omvormer) met de pluspool van de eerste accu en de minpool van de laatste accu om een gelijkmatige stroomverdeling te krijgen.
  4. Controleer de totale capaciteit: Gebruik een multimeter om te verifiëren dat de spanning correct blijft en de totale capaciteit (Ah) optelt.
correcte aansluiting parallel

Accu’s in serie schakelen

  1. Plaats en controleer de accu’s: Zorg ervoor dat de accu’s exact dezelfde spanning hebben voordat je ze aansluit. Dit voorkomt ongelijkmatige belasting.
  2. Plus en min verbinden: Verbind de pluspool van de ene accu met de minpool van de andere. 
  3. Sluit de resterende plus- en minpool aan: Verbind de vrije pluspool en minpool met je elektrische systeem.
  4. Controleer het voltage: Gebruik een multimeter om te controleren of het hogere voltage correct wordt weergegeven en of er geen afwijkingen zijn.
accu's in serie

Veelgemaakte fouten en aandachtspunten

Of je nu kiest voor parallelle bedrading of serieschakeling, er zijn een aantal veelgemaakte fouten die je moet vermijden:

  • Geen gelijkwaardige accu’s: Accu’s met verschillende capaciteiten, spanningen, leeftijden of chemische samenstellingen kunnen ongelijkmatig ontladen en laden. Dit veroorzaakt onbalans, snellere slijtage en verkorte levensduur van de accubank. Gebruik altijd identieke accu’s met dezelfde specificaties.
  • Verkeerde kabeldikte: Te dunne kabels kunnen oververhit raken, extra weerstand veroorzaken en leiden tot spanningsverlies. Hierdoor werken je apparaten minder efficiënt en kan de accubank sneller slijten. Kies kabels die geschikt zijn voor de stroomsterkte van je systeem en houd rekening met de kabellengte.
  • Geen battery balancer: Bij lithium accu’s is een battery balancer essentieel om te voorkomen dat individuele accu’s te zwaar worden belast. Zonder dit kan de spanning tussen cellen ongelijk worden, wat leidt tot overbelasting, snellere slijtage of zelfs uitval van individuele accu’s.
  • Verkeerde aansluitmethode: Eén van de meest gebruikelijke vergissingen is om alle accu’s parallel te schakelen en dan één kant van de parallel geschakelde accubank aan te sluiten op de elektrische installatie. Zoals aangegeven in de afbeelding aan de hieronder:  
verkeerde aansluiting parallel

Serie en parallel combineren

Het combineren van serie- en parallel schakeling is een slimme manier om zowel een hoger voltage als een grotere capaciteit te benutten. Dit wordt vaak toegepast in grote energiesystemen, zoals elektrische voertuigen, zonne-energieopslag, elektrische voortstuwing en jachten met meerdere systemen.

Hoe werkt serie-parallel schakeling?

Stel dat je vier 12V-accu’s van 100Ah hebt:

  1. Stap 1: Serie schakelen – Verbind telkens twee accu’s in serie (pluspool van de ene naar de minpool van de andere). Hierdoor krijg je twee sets van 24V 100Ah.
  2. Stap 2: Parallel schakelen – Verbind vervolgens de twee seriesets parallel (pluspool met pluspool, minpool met minpool). Hierdoor blijft het totaal 24V, maar wordt de capaciteit verdubbeld naar 200Ah.
serie-parallel schakeling

Hoogwaardige accu’s van AB Marine Service

De keuze tussen accu parallel of serie hangt volledig af van je behoeften aan boord. Wil je een langere gebruiksduur per lading en een grotere accucapaciteit? Kies dan voor parallel schakelen. Heb je een hoger voltage nodig voor krachtige apparatuur zoals een omvormer of elektrische aandrijving? Dan is serieschakeling de beste optie.

Welke methode je ook kiest, zorg dat je de accu’s correct installeert, gebruik maakt van identieke accu’s en een battery balancer overweegt voor lithium-systemen. Door deze stappen te volgen, zorg je voor een veilige en efficiënte energievoorziening aan boord.

Heb je hulp nodig bij het kiezen of installeren van jouw accu? Neem gerust contact op met de experts van AB Marine Service voor professioneel advies en hoogwaardige oplossingen. Wij helpen je graag verder.