Geplaatst op Geef een reactie

Zelf een startmotor vervangen? In 3 stappen.

Hoe moet ik een startmotor vervangen?

Een startmotor die te langzaam, niet krachtig genoeg is of helemaal niks meer doet? Tijd om hem te vervangen. U kunt deze klus prima zelf doen. Allereerst is veiligheid belangrijk. Zorg dat het massaslot dan wel de kabel van de accu losgekoppeld is. De startmotor bevindt zich meestal ter hoogte van de krukas aan de kant van het vliegwielhuis.

In 3 stappen zelf een startmotor vervangen

Volg deze 3 stappen om zelf een startmotor te vervangen: ontkoppelen, demonteren en vinden.
Verder lezen Zelf een startmotor vervangen? In 3 stappen.

Geplaatst op 2 reacties

Slijmslierten & verstopte brandstoffilters.

Slijmslierten & verstopte brandstoffilters. 

Dieselbacteriën; voor wie het onbekend is kunnen we meedelen dat voorkomen beter dan genezen is. Wie het als eens mee gemaakt heeft zal het dan ook niet zo snel weer vergeten. In een mum van tijd verstopte brandstoffilters of zelfs complete leidingen en pompen die er mee stoppen door lange zwarte vlokken en bruine slierten. Daar gaat je vaartocht.

Dieselbacteriën zijn te vergelijken met algen in een aquarium. Ze vormen zich vooral op de onderste laag van water en diesel in de tank.  Water is zwaarder dan de meeste brandstoffen en zal zich onder in je tank gaan verzamelen. Doordat het aanzuig- of aftappunt van de brandstofpomp vaak hoger zit kan het water lang in de tank blijven hangen.

Bacteriën in de diesel?

Diesel is zoals vele brandstoffen een natuurproduct en bevat microben. Met de juiste conservering en behandeling zul je weinig tot geen last krijgen van de bacterie groei. Maar geef je ze de juiste voedingsbodem zoals water dan vermenigvuldigen deze zich in een razend tempo. De bacteriën zijn altijd aanwezig in de brandstof maar ook in de buiten lucht en komen bijvoorbeeld via de ontluchting de tank binnen. Condens en zuurstof van buitenaf met een niet goed functionerende waterafscheider maakt de brandstoftank tot de perfecte broedplaats. Vooral in de watersport is de omloop snelheid van de brandstoftank niet altijd even groot.

Condens als voedingsbodemaanbieding-delphi-296-dieselfilter-waterafscheider

Een brandstoftank zit veelal binnen gemonteerd. In de avond koelt de tank dus en overdag warmt de tank weer op. Zuurstof die zich verplaats door het opwarmen en afkoelen bevat altijd vocht. Warme lucht die afkoelt vormt waterdruppels (regen) en dit condenseert tegen de wanden van de tank. Dit water druppelt naar beneden en zakt naar de bodem van de tank, onder de diesel. Diesel heeft immers een lager soortelijk gewicht dan water. Een praktische tip is om de ruimte boven de brandstof zo beperkt mogelijk te houden. Vul de tank altijd helemaal af voordat je de boot lange tijd niet meer gebruikt (voor de winterstop met winterdiesel). Immers: hoe minder plek er bovenaan de tank is waar zuurstof en condens zich op de wanden van de tank af kan zetten, hoe beter. Warm en vochtig zijn voor dieselbacteriën ook  de perfecte omstandigheden om snel te groeien, maar ook tijdens de winter kunnen dieselbacteriën hun gang gaan. Een schone en droge tankontluchting op de juiste plaats is dus gewenst.

Regen en golfslag

Ook een verkeerde plaatsing van bijvoorbeeld de tankvulling of ontluchting kan snel voor waterophoping in de tank zorgen.  Regenwater dat naar binnen kan sijpelen door een buitenontluchter, of spetters van golven water die op het dek slaan kunnen die in je tank komen moet rekening mee gehouden worden. Houd ook rekening met een juiste afsluiting van de dieselvuldop aan de buitenzijde en controleer periodiek de afdichtingen in de dop.

Is dit nieuw?

Diesel mag tegenwoordig van de overheid minder zwavel bevatten dan vroeger. Zwavel die je verbrand is flink belastend voor het milieu maar zwavel hield de dieselbacterie groei in het verleden tegen. Bovendien wordt er tegenwoordig een paar procent biodiesel toegevoegd aan de diesel. Biodiesel wordt gewonnen uit plantaardige producten en is dus interessant aangezien de oliereserves op de wereld aan het slinken zijn. Maar biodiesel heeft de eigenschap om snel water aan te trekken en bevat een hoger percentage microben.

Wat kun je doen?dahlflowdiagram

Controleer indien mogelijk visueel of je watervorming in de tank kunt zien, vaak zie je een grote ”bel” water op de bodem liggen. Heb je dit nog nooit gecontroleerd of afgetapt? Dan is dat een goed begin. Stuit je vaker op dit probleem? Kijk dan wat de oorzaak kan zijn zoals hierboven beschreven staat; bijvoorbeeld niet goed functionerende of op ontluchting etc.  De brandstof aanvoerpomp die de brandstof naar de motor aanvoert, pompt ook vaak de diesel in de tank meerdere keren rond door middel van de retourleiding. Zo word ook je tank veelal schoon gehouden en gefilterd, een juiste filterinstallatie met een waterafscheider kan water uit je tank opvangen. Doordat water zwaarder is dan diesel word dit opgevangen onder in het glaasje. Door het glas kun je ook zien of je diesel mooi schoon of misschien troebel is wat duid op vervuiling. Heb je veel last van vervuiling en kun je de tank maar moeilijk aftappen? Dan kun je ook kiezen voor een externe pompinstallatie die continu de diesel door een filterset circuleert en het water afscheid.

Brandstoffilter

Waterafscheider

Brandstofpomp

Slang en leiding

Reacties of ervaringen zijn welkom!

Geplaatst op 1 reactie

Een flexibele motoropstelling, homokineet?

Hoe wordt mijn boot stiller en vaar ik meer ontspannen?

Ook wel eens een heerlijk vaartochtje gemaakt, maar na een poosje toch de gashendel maar weer een stukje terug door het lawaai? Voor de ontspanning wil je elkaar toch wel enigszins kunnen verstaan niet waar? Denk eens aan een flexibele motoropstelling.

Een flexibele motoropstelling

Bij een flexibele motoropstelling gebruik je motorsteunen. De steunen zorgen ervoor dat lawaai en trillingen zoveel mogelijk terug worden gedrongen.

Varen zonder trilling

Wat is nu de basis van varen zonder (te veel) trilling en daarmee een ontspannen vaart? Het principe is simpel. Je verwijdert de vaste verbinding tussen de motor en fundatie. Deze geeft de trillingen door van de motor. Laat de motor als het ware zweven op zijn fundatie en het lawaai is over. Begin daarvoor bij de basis.

beeld

Waarom trillen motoren?

Motoren hebben intern onderdelen die snel heen een weer bewegen. In milliseconden wordt de zuiger door een explosie naar onder geperst en vervolgens met dezelfde snelheid door de krukas weer naar boven geleid voor een nieuwe compressieslag. Dankzij een korte zuigerslag en aluminium motorblokken wordt de moderne motor compact en lichtgewicht geproduceerd. Dit geeft veel voordelen, zoals ruimtebesparing en lagere productiekosten. Een nadeel is dat trillingen minder gedempt en opgevangen worden door het eigen lage gewicht. Ook heeft de kortere motorslag een hoger toerental nodig om op gang te blijven. Uit ervaring weet je dat hoe meer gas je geeft, hoe meer lawaai je krijgt.

Losse ondersteuning van de motor

Het is daarom belangrijk dat je zorgt voor een goede en stevige fundatie van de motor met zachte motorsteunen. De steunen koppelen de motor van de boot als het ware los van de fundatie. Het beste werkt een zo zacht mogelijke motorsteun die toch stevig genoeg is om het gewicht te dragen van de motor, keerkoppeling en een deel van de schroefas.

Zo zacht mogelijk rubber

De zachtheid van rubber wordt uitgedrukt in SHORE met een getal voor de hardheid. Daarnaast bepaalt de letter A tot D nog in welke categorie het rubber behoord. Rubber met een SHORE van 10 is zeer zacht en daarboven wordt het steviger. Een zwaardere motor heeft ook weer steviger rubber nodig om te zorgen dat het rubber er niet tussenuit wordt geperst door het gewicht. Motorsteunen beginnen vaak pas bij 35 SHORE. Zoek naar een rubber dat zacht genoeg, maar toch ook stevig genoeg is om de motor te ondersteunen. Vaak bepaalt de zachtheid en kwaliteit van het rubber ook de uiteindelijke prijs en levensduur.

Bespaar niet op de prijs van goede motorsteunen. Goedkopere motorsteunen, zoals wasmachinesteunen, doen het soms prima, maar zijn niet altijd bestand tegen olie, vetten en dieseldampen in de motorruimte.

Te zacht?

Bij te zachte motorsteunen valt de stevigheid weg van de trek- en stuwbeweging die de schroefas en motor maken bij het manoeuvreren. Je kunt kiezen voor V- motorsteunen die de motor bij belasting opsluiten door hun V- vorm. Je verliest dan wel een stuk demping, doordat de motor zich vastduwt tegen het rubber.

dempersMaar wat is dan een optimale motorsteun?

Ga je voor optimale demping? Een combinatie van vlakke trillingsdempers met een stuw/druklager is dan de beste oplossing. Een stuw/druklager houdt de schroefas op zijn plaats. Het is een lagering die krachten opvangt vanuit alle richtingen. Deze hangt ook weer in rubbers en wordt gemonteerd tussen de keerkoppeling en schroefas. Na montage moet je dit exact recht en vlak (laten) stellen om overbelasting van lagers en schroefaskokers te voorkomen. Nog beter plaats je een flexibele (homokinetisch) koppeling tussen de koppeling en as, zodat alle onderdelen ook bij belasting en eventuele verschuiving nog steeds spanningsvrij kunnen draaien.

Voorbeeld opstelling homokinetische motoropstelling

Advies voor minder trilling tijdens het varen

Zoek je minder trilling en meer ontspanning? Ofwel een betere motoropstelling? Kijk dan eens goed naar de basis van de motoropstelling. Kan dit verbeterd worden? Overleg gerust met onze specialisten. Ieder merk motor en koppeling vereist eigen krachtenberekeningen. Op basis van deze gegevens kunnen wij een plan opstellen voor u.

AB Marine service leveren opstellingen voor elk merk, type motor en keerkoppeling. Vraag gerust jouw eigen ontspannen vaart aan.

Geplaatst op 2 reacties

Droge en natte uitlaat geluid dempen?

Is een droge of natte uitlaat beter?

Een droge uitlaat is een eenvoudiger systeem dan een natte uitlaat. De natte uitlaat heeft alleen wel grote voordelen. Waar kies je voor?

Wat is een droge uitlaat?

Een droge uitlaat is vergelijkbaar met de uitlaat van een auto. Een pijp zit met een flexibel tussenstuk op het uitlaatspruitstuk en voert uitlaatgassen direct naar buiten af. Het koelwater van de motor wordt hierbij extern of pas veel later in het uitlaatsysteem bijgevoegd. De buizen en pijpen zijn vaak van staal om te voorkomen dat ze smelten door de hitte. Het is een eenvoudig systeem, maar heeft twee grote nadelen: het geeft veel hitte af (tot wel 600 graden bij de bron) en het systeem produceert veel lawaai. Een droge geluidsdemper is vaak wenselijk om het geluid te dempen.

Wat is een natte uitlaat?

Bij een natte uitlaat zit het spruitstuk op de motor gemonteerd. Het spruitstuk is vaak op maat gemaakt en van gietijzer. Ook is een natte uitlaat vaak herkenbaar aan de vriesdoppen in de koelkanalen. Het opgewarmde koelwater in de motor is rond de 60 à 90 graden als het de motor verlaat en kan dus nog prima dienen om hete uitlaatgassen van 600 graden af te koelen.

Vaak worden in het eerste deel van de uitlaat het water en de gassen nog niet gemengd. Zo wordt voorkomen dat het water in de motor kan lopen en daarmee de gassen hindert. De gassen moeten soepel de motor kunnen verlaten om de prestaties van de motor niet te drukken. Kort na de motor komen de gassen en vloeistoffen samen en verlaten de motor.

uitlaat

Verschillen tussen een natte en droge uitlaat

De grootste verschillen tussen een droge en een natte uitlaat zijn de temperatuur en het geluid. Een droge uitlaat geeft meer geluid dan een natte uitlaat en de temperatuur van een droge uitlaat ligt hoger dan bij een natte uitlaat. Het verschil in temperatuur van een droge en natte uitlaat is goed te merken. Bij een natte uitlaat wordt het lawaai gedempt door het water. Met een rubber uitlaatslang ben je vervolgens flexibeler en heeft de uitlaat meteen een hogere levensduur.

De verschillende soorten koelwatersystemen

Er zijn drie soorten koelsystemen:

  1. Directe koeling van de boot: een koelwatersysteem waarbij vaarwater het motorblok in wordt gepompt door een impellerpomp.
  2. Indirecte koeling van de boot: een gescheiden koelwatersysteem (ook wel intercooling- of heat exchanger-systeem genoemd) waarbij je koelvloeistof in de motor hebt en met een impellerpomp koelwater door een warmtewisselaar pompt.
  3. Indirecte koeling van de boot: een kielkoelingsysteem, waarbij koelbuizen met koelvloeistof onder de boot doorlopen. Bij het laatste systeem is een natte uitlaat niet mogelijk, tenzij je een extra impellerpomp of elektrische pomp plaatst.

Een droge uitlaat ombouwen naar een nat uitlaatstysteem

Wil je de voordelen van een nat uitlaatsysteem ervaren, dan kun je de droge uitlaat ombouwen. Er zijn complete uitlaatstukken verkrijgbaar. Je kunt ook kiezen om het water toe te voegen aan de droge uitlaat, waarbij alleen het eerste deel niet gekoeld wordt. De ombouw vergt mogelijk een investering, maar is door de handige doe-het-zelver goed uit te voeren en je hebt er veel plezier van.


Nat uitlaatsysteem met waterlock en demper

Een natte uitlaat bestaat uit de volgende componenten van begin tot eind:.

  • Een waterinlaatpijp onder de boot met afsluitkraan om bij reparatie of onderhoud de aanvoer af te kunnen sluiten.
  • Een wierpot als tussen filter om eventueel schadelijk materiaal voor de impellerpomp tegen te houden.
  • Een aanzuigpomp op de motor (impeller- of ruimwaterpomp).
  • Indien ombouw van kielkoeling naar interkoeling: een warmtewisselaar met watergekoeld uitlaatspruitstuk.
  • Een waterinjectiestuk die na het uitlaatspruitstuk het koelwater toevoegt met beluchter, om te voorkomen dat het water bij het stoppen van de motor terug kan hevelen de motor in.

Het gebruik van een zogenoemd Waterlock is bij een natte uitlaat aan te raden. Deze verzamelt het water en duwt met overdruk het water door de uitlaat naar boven met de uitlaatgassen. De Waterlock dempt tevens geluid, doordat het neerslaat op het water.

De Zwaanhals dient als extra beveiliging om terugstroming van water te voorkomen als de motor lager ligt zoals in de meeste zeilboten. Het plaatsen van de geluidsdemper is nog altijd een extra mogelijkheid. Met natte uitlaatsystemen kun je ook een dempende en flexibele uitlaatslang gebruiken. Het geheel zet je goed vast met RVS slangklemmen.

Wil je advies over het uitlaatsysteem? Neem contact op via de contact pagina.

Geplaatst op 7 reacties

Waarom elektra aan boord scheiden?

Hoe kan ik mijn elektra aan boord goed regelen?

Het is een prettig idee geen gedoe te hebben met de elektra aan boord. Hoe zorg je ervoor dat de koelkast koud is, dat de (boot)verlichting werkt en dat je toch ook gewoon de motor kunt starten? Mogelijk is een batterijscheider een oplossing voor u.

Startaccu en lichtaccu tegelijk opladen met een batterijscheider (accuscheider)

Ken je het geluid van een weigerende startmotor door een te lage spanning? Mogelijk hebben verlichting, koelkast en andere energieverbruikers de stroom ‘opgemaakt’ en kun je nu niet meer starten. We raden een gescheiden licht- en startaccu-systeem aan.

Waarom elektra aan boord scheiden?

Het gevraagde vermogen van het lichtnet en het startsysteem verschillen van elkaar. Het lichtnet wordt vaak lang gebruikt en het startsysteem vraagt alleen kort veel vermogen. Dit probleem los je het beste op door twee verschillende accu’s te gebruiken die afgestemd zijn op de losse systemen. Er zijn gelukkig start- en tractiebatterijen op de markt.

Altijd een opgeladen accu

Zelfs voor een kleine installatie is het gebruik van een gescheiden licht- en startaccu-systeem aan te raden. Tijdens het gebruik van stroom uit de lichtaccu is er geen verbinding met de startaccu, zodat deze altijd vol en beschikbaar blijft voor het starten van de motor.

Gescheiden stroombronnen toch opladen met de dynamo van de motor

Wanneer je beide stroombronnen van elkaar gaat scheiden, moet je ze ook apart van elkaar kunnen opladen. Wil je beide accu’s scheiden, maar toch opladen met de dynamo van de motor, dan gebruik je een batterijscheider, ook wel diodebrug genoemd. De scheider verdeelt de spanning naar de beide accu’s. Ook zijn er verdelers en scheidingsrelais verkrijgbaar die overschakelen naar de andere accu als de ene vol is.

Wat is een batterijscheider?

Een batterijscheider is een speciaal vervaardigde diodenbrug, die tijdens het draaien van de motor de tweede accu (de lichtaccu) aan de dynamo verbindt. Het relais wordt aangestuurd door de zogenaamde “D+” aansluiting van de dynamo en heeft een voorziening om overbelasting van de dynamo en de laadregelaar te voorkomen.

Voordelen van een batterijscheider

Een batterijscheider heeft als belangrijkste voordeel dat er een absolute scheiding is tussen de batterijsets onder alle omstandigheden. Als een van de twee accu’s leeg is, kan deze de stroom nooit overhevelen. Denk aan twee vaten water. Een batterijscheider geleidt de laadstroom van dynamo of acculader en verdeelt deze naar de beide accusets. Dit gebeurt via twee of meer dioden, die een “terugslagklep” zijn voor de laadstroom. Er is maar één doorlaatrichting voor de stroom en het kan niet terugvloeien. Wij bieden een assortiment eenvoudige batterijscheiders waarmee je het bovenstaande systeem kunt realiseren. Let altijd op het voltage en benodigde vermogen dat over het relais mag lopen.

NB: Je kunt met een batterijscheider de accu ook gewoon nog opladen vanaf het normale 230v-stroomnetwerk.

Hoeveel volt per relais?

De vuistregel is als volgt:

  • 70 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s tot 55 Ampère maximum laadstroom.
  • 120 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s van 60 tot 90 Ampère.
  • 150 AMPERE DIODENBRUG: voor acculaders en dynamo’s van 100 tot 120 Ampère

Batterijscheider uitgevoerd met compensatie diode

Houd er rekening mee dat een diode altijd een overbruggingspanning (drempelspanning) van 0.6 volt heeft. Dit betekent dat bij een laadsysteem van 14v er maximaal nog 13.4 volt naar de accu loopt. Dit kan een probleem zijn bij de oudere type dynamo’s. Een scheider uitgevoerd met compensatie diode voorkomt spanningsval over de diode waardoor de accu met een juiste spanning geladen wordt.

Opstelling van een batterijscheider

Zie het schema voor een eenvoudige opstelling van een batterijscheider:

batterijscheider

Batterijscheider (accuscheider) kopen

Klik voor een voordelige batterijscheider voor jouw boot!

Geplaatst op 6 reacties

Startproblemen? 3 tips om te verhelpen.

Waarom start mijn boot niet?

De boot start niet als de motor van de boot weinig of geen vermogen heeft om te starten. De startmotor of accu kan kapot zijn, maar er kunnen andere dingen zorgen voor een slechte start, zoals een gecorrodeerde hoofdzekering, een massaslot of elektrische aansluitingen die niet schoon zijn of slecht verbonden bedrading. Doe daarom eerst de volgende dingen, voordat je op zoek gaat naar nieuwe onderdelen. 

Stappenplan accu controleren 

  1. Zorg voor veiligheid voordat  je aan de slag gaat. De motor mag via de startmotor draaien, maar niet  aanslaan. Zet daarom de brandstoftoevoer uit. Dit doe je via de stopmagneet of door de gashendel in de stop-stand te zetten.  
  2. Zet de multimeter op DC gelijkspanning, plaats de rode sonde op de positieve accupool en dan de zwarte sonde op de negatieve accupool. Geeft de meter minder dan 12 volt aan, laad de accu dan eerst op of vervang hem. Bij 12.4 volt is een accu vol  (Bij een 24. installatie is de accu vol bij 24 volt). Een paar millivolt ernaast is ook nog goed om verder te gaan.
  3. Zet de multimeter nogmaals op DC gelijkspanning. Plaats de rode draad van de multimeter op de positieve pool van de accu en vervolgens de zwarte op de negatieve pool. En volg dan stap 3 op.
  4. Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor. Hou dit ca 4 à 5 seconden vol. Lees tijdens het starten de accuspanning af van de multimeter. Als de afgelezen waarde van de multimeter tijdens het starten hoger is dan 9,5 volt is de accu goed. Een lezing van minder dan 9,5 volt duidt op een te hoog spanningsverlies. Een slechte chemie-overdracht in de accu zelf door ouderdom is mogelijk de oorzaak. Hoog tijd om deze te vervangen! Is de accu goed? Lees het vervolg.

Stappenplan startmotor controleren

Ook al start de boot weer dankzij de verholpen accuproblemen, de volgende test kan ook veel problemen in de toekomst voorkomen. Een veelvoorkomend probleem is corrosie. Onderzoek of je aanslag kunt vinden tussen de verbindingen vanaf de accu tot aan de starter zelf. Onderzoek ook of er tussen de starter en het motorblok een goede verbinding is. Dit betekent demonteren en inspecteren.  

  1. Zet de multimeter op DC gelijkspanning. Plaats de rode sonde op de positieve accupool en vervolgens op de relais-aansluiting van de starter waarvan de koperen kabel de startmotor ingaat. Dit is de laatste aansluiting voordat de + plus in de startmotor zelf verdwijnt. Hieronder genoemd ”M terminal”. 
  2. Draai het contactslot in de stand “Start” en start de motor zonder dat deze aanslaat. Lees nu de spanning weer af, aangegeven op de multimeter tijdens het starten.
  3. Zonder spanningsverlies tussen de kabel en startrelais meet je nu 0 Volt, perfect! Maar vaak meet je 0,1 volt en voor systemen op leeftijd is 0,1 tot 0,2 volt geen uitzondering. Dit betekent dat er vanaf de accu een spanning naar de starter gaat van bijvoorbeeld 12.1 Volt, maar er aan het einde -door weerstand of slecht contact- nog maar 12.0 volt uitkomt. Een multimeter meet het spanningsverschil. Dus zal de multimeter een ‘’verschil’’ meten van 0.1 Volt, elk getal boven de 0 Volt duidt op weerstand. Dit proces kunt je aan de plus-zijde voor elk individueel contact en elke aansluiting herhalen, maar ook voor de negatieve zijde. Want elke positief elektrisch geladen atoom die erin gaat moet er ook weer uit via de negatieve zijde.
  4. Tel de waarden bij elkaar op van wat er gemeten is in de vorige stappen, deze mag niet boven de 0 tot 0.3 Volt maximaal uitkomen in totaal. Hoe lager hoe beter.

    Bijvoorbeeld:
    Wanneer een normale 4-cilinder scheepsmotor wordt gestart gaat er kortstondig vanuit stilstand een stroom lopen die oploopt tot wel 1000 Ampère. Daarna zakt dit totdat de motor op toeren is tot ongeveer 200 a 300 Ampère. Stel dat er 0.3 volt verlies is, dan mist de startmotor 300 Watt. Bij een gangbare nominale startmotor van 1200 Watt  betekent dit dat er al snel 25% verloren gaat aan startcapaciteit. Een klein verlies heeft grote gevolgen. 
  5. Los de weerstandsverliezen op en kijk of het vermogen van de starter terug is.
  6. Weigert de starter nog steeds vol vermogen te geven dan heeft deze mogelijk interne gebreken. Neem contact op met een van onze specialisten voor meer informatie over de oplossing.

 

 

Starter meter

Stroom en spanning. Hoe zat het ook alweer? 

  • R = U / I ofwel Weerstand = Spanning / Stroom ofwel Ohm = Volt / Ampère (Wet van Ohm)
  • P = I * U ofwel Vermogen = Stroom * Spanning ofwel Watt = Ampère * Volt
  • Watt = Ampère2 * Ohm
  • Watt = Volt / Ohm
  • Ampère = Watt / Volt
  • Volt = Watt / Ampère

 Een voorbeeld met water dat door een buis stroomt maakt het verschil tussen stroom en spanning inzichtelijker:

  • Spanning in Volt: druk van het water in een buis.
  • Stroomsterkte in Ampère: hoeveelheid water per seconde die door een buis stroomt.
  • Weerstand in Ohm: dikte van de waterbuis.
  • Vermogen in Watt: kracht van het water tegen bijvoorbeeld een schoepenrad.

Startmotor vervangen

Zelf een startmotor vervangen? Volg deze 3 stappen.